Oefentoets-2

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Tijd voor geschiedenis
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Tijd voor geschiedenis

Slide 1 - Slide

Een nomade heeft een vaste verblijfplaats.
A
Goed
B
Fout

Slide 2 - Quiz

Kies de juiste antwoorden. Voorbeelden van ongeschreven historische bronnen zijn:


A
Een dagboek van iemand die in de zestiende eeuw leefde.
B
De resten van een hut uit de prehistorie.
C
Het lichaam van Ötzi.
D
De muurschilderingen in het graf van Cheops.

Slide 3 - Quiz

Wie werd begraven in een piramide?
A
Een arbeider
B
Een farao
C
Een priester
D
Geen idee

Slide 4 - Quiz

De prehistorie is:
A
De periode voor het begin van onze jaartelling.
B
De periode die begint wanneer er mensen in een gebied leven.
C
De periode voor de uitvinding van het schrift.
D
De periode na de uitvinding van het schrift.

Slide 5 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Veeteelt en akkerbouw zijn allebei vormen van landbouw.
B
Veeteelt en landbouw zijn allebei vormen van akkerbouw.
C
Akkerbouw is een vorm van landbouw, veeteelt niet.
D
Landbouw is een vorm van akkerbouw, veeteelt niet.

Slide 6 - Quiz

Op welke manier (of: manieren) kwamen mensen tijdens de landbouwrevolutie aan voedsel?

Slide 7 - Open question

Hoe noemt men het gebied waar de landbouw ontstond?

Slide 8 - Open question

Geef een omschrijving van het begrip 'cultuur'.

Slide 9 - Open question

“De sporen van deze landbouwers zijn gevonden in Limburg, bij de dorpen Elsloo en Stein.
Hier vond men, bij dorp- en stadsuitbreidingen, waarbij de grond bouwrijp moest worden
gemaakt, resten van woonplaatsen uit de tijd van 5300-4900 v. Chr.
Bewoners uit deze en latere periodes worden genoemd naar de vorm van het aardewerk dat
zij gebruikten of naar de versiering ervan. De boeren uit Limburg worden …....................
genoemd.”

A
Trechterbekervolk
B
Bandkeramiekers
C
Limburgers
D
Landbouwers

Slide 10 - Quiz

Goed of fout?
Rond 5300 v. Chr. waren er in ons land geen jager-verzamelaars meer.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Als er een revolutie plaatsvindt, betekent dat dat er iets belangrijks verandert. Wat veranderde er niet tijdens de landbouwrevolutie?
A
Het klimaat.
B
De manier waarop mensen aan hun voedsel kwamen.
C
De wijze waarop mensen jaagden.
D
De wijze waarop mensen woonden.

Slide 12 - Quiz

In de prehistorie (vanaf 200.000 v.Chr.) leefde de mens als jager-verzamelaar. Mensen aten van de opbrengst van de jacht en wat gevonden werd aan groenten en fruit.
Kies een antwoord.
Mannen gingen jagen, vrouwen verzamelden.
Er zullen ook wel vrouwen hebben gejaagd.
De rolverdeling was ongeveer gelijk, waarom niet?
We weten het niet, het is maar een gok.

Slide 13 - Poll

Bekijk de afbeelding. In welke provincies zouden de meeste archeologische vondsten te vinden zijn uit de tijd van de bandkeramiekers en de trechterbekervolken?

Slide 14 - Open question

Waar in Nederland woonden de Bandkeramiekers?
A
het noorden
B
het oosten
C
het zuiden
D
het westen

Slide 15 - Quiz

Welke levensstijl hadden de Bandkeramiekers
A
Ze waren jagers
B
Ze waren boeren
C
Ze waren verzamelaars
D
Ze waren allemaal pottenbakkers

Slide 16 - Quiz

Waardoor zijn veenlijken zo goed bewaard gebleven?
A
Er zit veel zuurstof in veen.
B
Veen is erg nat.
C
Er zit weinig zuurstof in veen
D
Er zit veel stikstof in veen.

Slide 17 - Quiz

Jager-verzamelaars
Boeren
Einde prehistorie

Slide 18 - Drag question

Komen onderstaande bronnen uit de prehistorie of de historie? 
prehistorie
historie

Slide 19 - Drag question


Welke Egyptische god zie je hier?
A
Isis
B
Osiris
C
Horus
D
Anubis

Slide 20 - Quiz

Wie was de Egyptische god van de zon?
A
Anubis
B
Isis
C
Osiris
D
Amon-Re/Ra

Slide 21 - Quiz

Hoe heette de Egyptische vorm van godsdienst?
A
Natuurgodsdienst
B
Islam
C
Egyptische godsdienst
D
Christendom

Slide 22 - Quiz

Hoe noemt men een godsdienst waarbij meerdere goden worden vereerd?

Slide 23 - Open question

Waarom mummificeerden de Egyptenaren hun overleden farao?

Slide 24 - Open question

De Egyptische samenleving kan worden getekend als een piramide. Sleep de onderstaande woorden naar het juiste nummer.
Hoge ambtenaren/ legeraanvoerders/ 
hoge priesters

Boeren/landarbeiders.



Slaven/dwangarbeiders.



De farao en zijn familie.

 Ambtenaren/schrijvers/belastinginners/
handwerkslieden/kooplieden/soldaten. 

Slide 25 - Drag question

Ronde 1
De Egyptische staat heeft zich in enkele eeuwen ontwikkeld tot een ware landbouw-stedelijke samenleving. Dit ging echter niet vanzelf. Hieronder staan, niet in de juiste tijdsvolgorde, enkele gebeurtenissen. Plaats ze in de juiste volgorde in het schema. 
timer
5:00
Ontstaan van dorpen.
Ongelijkheid tussen mensen.
Koning met ambtenaren krijgt de leiding.
Landbouw middel van bestaan.
Jagen en verzamelen zijn het middel van bestaan.
Nieuwe beroepen.

Slide 26 - Drag question

Middel van Bestaan
Nijl
Egyptische Rijk
Specialisatie
Graan
Vaste woonplaats
Akkerbouw
Jagen en verzamelen
Landbouw
Irrigatielandbouw
Farao
Stedelijke samenleving

Slide 27 - Drag question

Gevolgen van de landbouwrevolutie 
Gevolgen van de irrigatielandbouw
Mensen gaan op een vaste plek wonen 
Het ontstaan van sociale gelaagdheid 
Specialisatie in beroepen
mensen gaan stevige huizen bouwen 
Er ontstaan dorpen
Er ontstaan steden

Slide 28 - Drag question

Leven onder de farao had voordelen en nadelen voor gewone mensen. Zet de gevolgen in de juiste kolom.
Voordelen
Nadelen
Moeten werken in irrigatielandbouw
irrigatielandbouw wordt goed geregeld
Je kan iets ander worden dan boer
Moeten helpen bij bouw piramide
In oorlog moeten vechten als soldaat
Beschermd worden tegen vijanden
Belasting moeten betalen
Moeten helpen bij bouw van weg

Slide 29 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste volgorde.

Niet iedereen hoeft meer boer te zijn
Sommige menssen gaan zich specialiseren: er ontstaan verschillende beroepen.
De irrigatielandbouw zorgde voor hoge opbrengsten
Boeren hielden een deel van hun oogst over.

Slide 30 - Drag question