Oefenexamen Schrijven A1

Oefenexamen Schrijven 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Oefenexamen Schrijven 

Slide 1 - Slide

Oefenexamen Schrijven 

Slide 2 - Slide

Oefenexamen Schrijven 

Slide 3 - Slide

Lesdoel
  • Je gaat aan de slag met het maken van opdrachten voor het examen schrijven , zoals je straks ook met jouw eigen examen krijgt.
  • Aan het einde van deze les weet je wat er van jou verwacht wordt tijdens het examen Engels schrijven

Slide 4 - Slide

Hoe zeg je in het Engels: Beste Rob,
Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 5 - Mind map

Hoe kun je in het Engels vragen hoe het met iemand gaat? Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 6 - Mind map

Hoe kun je in het Engels vertellen hoe het met jou gaat? Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 7 - Mind map

Hoe kun je in het Engels iemand bedanken voor hun e-mail? Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 8 - Mind map

Je wilt in het Engels zeggen: "Ik hoop snel van u te horen."
Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 9 - Mind map

Hoe ziet een mail er uit?
Je begint altijd met het invullen van het e-mailadres van de ontvanger.

Dan vul je het onderwerp in. Laat dit niet leeg!

Begin met een groet, daarna de reden waarom je schrijft, dan eventueel vragen/verzoeken, dan een bedankje, en dan de afsluiting met naam.

Slide 10 - Slide

-Lees de opdracht eerst goed door.
-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)
-Welke onderdelen moet je er in zetten?
-Hoe begin en eindig je deze mail?
-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?
-Maak deze opdracht nu op papier.

Slide 11 - Slide

-Lees de opdracht eerst goed door.
-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)
-Welke onderdelen moet je er in zetten?
-Hoe begin en eindig je deze mail?
-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?
-Maak deze opdracht nu op papier.
timer
10:00

Slide 12 - Slide

-Lees de opdracht eerst goed door. 
-Wat voor onderdelen moeten er in?
-Wat moet je waar invullen?
-Wat betekenen de woorden in het return form? 
-Zoek ze eerst op als je ze niet weet

Slide 13 - Slide

-Lees de opdracht eerst goed door.
-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)
-Welke onderdelen moet je er in zetten?
-Hoe begin en eindig je deze mail?
-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?
-Maak deze opdracht nu op papier.

Slide 14 - Slide