3GR week 13

3GR week 13: ma 27-3

1. Odyssee: de laatste vragen 
2.Toets bespreken 
3.Jason en Medea 
3LA week 13: ma 27-3

4. 3.10 De Aeneae erroribus
5. Toets bespreken 
6. The Odyssey 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3GR week 13: ma 27-3

1. Odyssee: de laatste vragen 
2.Toets bespreken 
3.Jason en Medea 
3LA week 13: ma 27-3

4. 3.10 De Aeneae erroribus
5. Toets bespreken 
6. The Odyssey 

Slide 1 - Slide

Vragen bij de Odyssee 
1. Met welk doel zaait Odysseus zout op de kust? 
2. Welke link kun je plaatsen tussen het verhaal over de Lotuseters en een scène uit Percy J.?
3. Waarom raakt Odysseus 'vervloekt' na het bezoek aan Polyphemos? 
4. Op welke manier lijdt Odysseus verliezen tijdens zijn bezoek aan de Laistrygonen? 
5. Zoek op wat wordt bedoeld met het 'antigif' dat Hermes aan Od. geeft. 
6. Wat vindt Achilles precies van zijn lot in de onderwereld? 
7. Waarom laat Odysseus zichzelf vastbinden aan de mast als hij de Sirenen tegenkomt? 
8. Wat betekent de uitspraak 'kiezen tussen Scylla en Charybdis'?
9. Hoe komt het dat Odysseus als enige aanspoelt op Ogygia en wat heeft dit te maken met Tiresias? 
10. Waarom vertelt Odysseus niet meteen aan Penelope wie hij is?

Slide 2 - Slide

Vrijdag 31 maart 
1. Introductie participium deponent 
2. Oefeningen maken 
3. The Odyssey 

Lesdoelen:
-Je kunt uitleggen wat het participium inhoudt.
-Je kunt participia herkennen en vertalen. 

Slide 3 - Slide

Participium praesens
1. Wat is het? 
2. Hoe wordt het gevormd? 
3. Hoe wordt het verbogen? 
4. Hoe gebruik/vertaal je het? 

Slide 4 - Slide

1. Wat is het? 
Participium praesens=onvoltooid deelwoord 

bijv. 'lopend', 'gaand', 'blijvend'

Slide 5 - Slide

2. Hoe wordt het gevormd? 
In drie (of vier) delen: 
  • Athematisch: stam-μεν-uitgangen eerste klasse 
  •                               δυνά-μεν-ος

  • Thematisch: stam+bindklinker+μεν-uitgangen eerste klasse 
  •                             βουλ-ο-μεν-ος

Slide 6 - Slide

3. Hoe wordt het verbogen?
δυνάμενος                                 δυνάμενη                          δυνάμενον
δυνάμενον
δυνάμενου
δυνάμενῳ
                                 

Slide 7 - Slide

4. Hoe gebruik/vertaal je het?
  1. Als onvoltooid deelwoord 
    Ἔνθεν πόρρω ἐπλέομεν κλαίοντες, ἡδόμενοι δ’ ἐκ θανάτου. 
Vandaar voeren wij huilend verder, blij zijnd aan de dood te zijn ontsnapt. 

Slide 8 - Slide

4. Hoe gebruik/vertaal je het?
2. Met een bijvoeglijke bijzin

Ἔνθεν πόρρω ἐπλέομεν κλαίοντες, ἡδόμενοι δ’ ἐκ θανάτου.
Vandaar voeren wij huilend verder, die blij waren aan de dood te zijn ontsnapt. 

Slide 9 - Slide

4. Hoe gebruik/vertaal je het?
3. Met een bijwoordelijke bijzin
Ἔνθεν πόρρω ἐπλέομεν κλαίοντες, ἡδόμενοι δ’ ἐκ θανάτου.
Vandaar voeren wij huilend verder, terwijl/omdat we blij waren aan de dood te zijn ontsnapt. 

Slide 10 - Slide

4. Hoe gebruik/vertaal je het?
Zelfstandig gebruikt 
τα γενομενα
-de dingen die gebeurd zijn
-de gebeurtenissen 

Slide 11 - Slide