Spelling Blok 5 havo 2

Han slaat met de hamer de spijker heel hard in het hout.
A
In deze zin staan geen BW.
B
In deze zin staat één BW.
C
In deze zin staan twee BW.
D
In deze zin staan drie BW
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Han slaat met de hamer de spijker heel hard in het hout.
A
In deze zin staan geen BW.
B
In deze zin staat één BW.
C
In deze zin staan twee BW.
D
In deze zin staan drie BW

Slide 1 - Quiz

Boerin Agnes is een aardige vrouw.
Deze zin heeft een
A
WG
B
NG

Slide 2 - Quiz

Boer Geert Jan kan maar moeilijk een keuze maken tussen zijn vrouwen.
A
moeilijk = BN
B
moeilijk = BW.

Slide 3 - Quiz

Boer Jan kan wel een keuze maken tussen zijn vrouwen.
A
zijn = KWW
B
zijn = BZV

Slide 4 - Quiz

's Avonds kijk ik graag televisie, omdat ik een boek lezen niks aan vind.
A
Dit is een onderschikkende zin.
B
Dit is een nevenschikkende zin.

Slide 5 - Quiz

's Avonds kijk ik graag televisie, omdat ik een boek lezen niks aan vind.

A
Deze zin bestaat uit een hoofdzin en een hoofdzin.
B
Deze zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.
C
Deze zin bestaat uit een bijzin en een hoofdzin.

Slide 6 - Quiz

Vanmorgen zag ik een ooievaar met een heel lief klein konijntje in zijn snavel.
A
Dit is een enkelvoudige zin.
B
Dit is een samengestelde zin.

Slide 7 - Quiz

De ooievaar vloog met het konijntje naar zijn nest bij de boerderij.
A
zijn = KWW
B
zijn = BZV
C
zijn = BW

Slide 8 - Quiz

Premier Rutte zei: Voorlopig mogen de kinderen nog niet naar school."
A
De leestekens zijn goed gebruikt.
B
De leestekens zijn fout gebruikt.

Slide 9 - Quiz

"Als je thuiskomt," zei mama, "Moet je eerst je handen wassen."
A
De hoofdletters en leestekens kloppen.
B
De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 10 - Quiz

Ik ga vanavond vroeg slapen, zodat ik morgen uitgerust ben.
A
De komma klopt, en dit is een enkelvoudige zin.
B
De komma klopt, en dit is een samengestelde zin.
C
De komma klopt niet, en dit is een enkelvoudige zin.
D
De komma klopt niet, en dit is een samengestelde zin.

Slide 11 - Quiz

Ik ga vanavond vroeg slapen, zodat ik morgen uitgerust ben.

A
In deze zin staan geen BW.
B
In deze zin staat één BW.
C
In deze zin staan twee BW.
D
In deze zin staan drie BW.

Slide 12 - Quiz

Ik mag van papa niet te dicht bij het vogelhuisje komen, omdat er een koolmeesje zit te broeden.
A
Omdat is een nevenschikkend voegwoord.
B
Omdat is een onderschikkend voegwoord.

Slide 13 - Quiz

Werdt hij nou gisteren door de politie in gramsbergen staande gehouden.
A
In deze zin zit 1 fout.
B
In deze zin zitten twee fouten.
C
In deze zin zitten 3 fouten.
D
In deze zin zitten 4 fouten.

Slide 14 - Quiz

Yes, volgende week hebben wij vakantie en dan gaan wij heerlijk in de achtertuin zitten!
A
Dit is een enkelvoudige zin.
B
Dit is een samengestelde zin: hoofdzin en hoofdzin.
C
Dit is een samengestelde zin: hoofdzin en bijzin.
D
Dit is een samengestelde zin: bijzin en hoofdzin.

Slide 15 - Quiz