Ik moet vandaag nog een hoop werk doen. Ten eerste moet ik mijn kamer opruimen. Ten tweede moet ik het gras maaien. Daarna moet ik boodschappen gaan doen voor het weekend. Welk tekstverband geven de signaalwoorden: 'ten eerste, ten tweede, daarna' aan:
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Reden
D
Opsomming
1 / 7
next
Slide 1: Quiz
WoordenschatMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
This lesson contains 7 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Ik moet vandaag nog een hoop werk doen. Ten eerste moet ik mijn kamer opruimen. Ten tweede moet ik het gras maaien. Daarna moet ik boodschappen gaan doen voor het weekend. Welk tekstverband geven de signaalwoorden: 'ten eerste, ten tweede, daarna' aan:
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Reden
D
Opsomming
Slide 1 - Quiz
Over welke 3 verbanden hebben we geleerd in H 3?
A
Maar
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Voorbeeld
Slide 2 - Quiz
Aan welk signaalwoord herken je de tegenstelling in de volgende zin: Nadia wilde meteen een telefoon kopen tijdens de actie bij Mediamarkt. Toen ze echter in de winkel stond was het al uitverkocht.
A
Meteen
B
tijdens
C
Toen
D
echter
Slide 3 - Quiz
Lees de theorie blz 121
Slide 4 - Slide
Welke verband in de volgende zin? Als een taart wil bakken, moet je eerst alle ingrediënten bij elkaar verzamelen en daarna pas beginnen met mengen.
A
Oorzaak-gevolg
B
tijdsvolgorde
Slide 5 - Quiz
Welk verband? Doordat de docent zelf een cursus had, kon de les niet doorgaan.