nabespreken les 5 - farma 1, jaar 2 - pijn

Zelfstandig nakijken
werkblad les 4, 
farmacologie blok 1, 2e jaar. 
Pijn en pijnbehandeling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Zelfstandig nakijken
werkblad les 4, 
farmacologie blok 1, 2e jaar. 
Pijn en pijnbehandeling

Slide 1 - Slide

Wat zijn de bijwerkingen van paracetamol?

Slide 2 - Open question

Tijdens de les hebben we over de indicaties van NSAID's gesproken. 2 zijn er genoemd: pijn en koorts. wat is de andere indicatie?

Slide 3 - Open question

Tijdens de les hebben we over de indicaties van opiaten gesproken. De meeste logische is pijn.
maar er zijn meer indicaties. welke?

Slide 4 - Open question

stap 1a
stap 1b
stap 1c
stap 2
stap 3a
stap 3b
WHO pijnladder
- ALGEMEEN
sterk opioid per injectie/infusie
sterk opioid Oraal, transdermaal
NSAID
Paracetamol/NSAID EN zwak Opioid
paracetamol EN NSAID
paracetamol

Slide 5 - Drag question

welke soorten pijn worden er genoemd? (4)

Slide 6 - Open question

na welke periode wordt pijn chronisch genoemd?
A
na 6 weken
B
na 8 weken
C
na 2 maanden
D
na 3 maanden

Slide 7 - Quiz

Noem voorbeelden (minimaal 3) waarbij nociceptieve pijn kan ontstaan

Slide 8 - Open question

welk stofje komt vrij bij weefselbeschadiging
A
neurotransmitter
B
prostaglandinen
C
nociceptor
D
trombine

Slide 9 - Quiz

Noem minimaal 2 vormen van hoe je nociceptieve pijn kan beschrijven.

Slide 10 - Open question

Hoe kun je neuropathische pijn omschrijven?

Slide 11 - Open question

Hoe wordt neuropathische pijn veroorzaakt?
A
door vrijkomen prostaglandines
B
door een steekwond
C
zenuwschade of prikkeling
D
'verzint' je brein zonder reden

Slide 12 - Quiz

3 voorbeelden waarbij neuropathische pijn kan optreden:

Slide 13 - Open question

wat houdt de term 'pijngedrag' in?

Slide 14 - Open question

Welke acties kan met doen om nociceptieve pijn te stoppen?

Slide 15 - Open question

welke medicatie wordt meestal gegeven bij neuropathische pijn

Slide 16 - Open question

Een patient heeft heftige acute pijn (bijv na een ongeluk). hoe ziet het pijnschema er dan uit?
A
paracetamol > NSAID > licht opiaat > sterk opiaat
B
paracetamol overslaan, direct NSAID geven.
C
je heeft een antiepileptica tegen neuropathische pijn.
D
Je geeft direct een sterk opiaat en gaat dan in stappen naar zwakkere pijnstilling toe.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide