H2a - 5.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H2a - 5.1

Nigeria: rijk en toch arm

Paragraaf 1: tegenstellingen in Nigeria

Aan het einde van de les weet je...

• welke landschappen in Nigeria voorkomen
  
• hoe de bevolking en de welvaart over Nigeria verspreid zijn
  
• waarom Nigeria een multicultureel land is
  
• wat oorzaken van conflicten zijn in Nigeria

De verschillende landschappen van Nigera:

1. Zuiden (langs kust) = tropisch regenwoud (warm en vochtig) + mangroven (= bomen in zout water langs tropische kusten). 

Veel bos gekapt --> plantages van cacao + tabak.

2. Midden Nigeria = minder vochtig, aantal maanden droge tijd
--> Savanne.

Gewassen (kunnen goed tegen droge tijd): graan, wortel, knollen (yams + cassave).

3. Noorden Nigeria = hoe noordelijker, hoe langer de droge tijd.

Hoe langer de droge tijd > hoe minder geschikt voor landbouw
--> kleine boerderijen + lage opbrengsten.

Uiterste noorden: Steppe (droog klimaat): alleen veeteelt mogelijk.

Bevolkingsspreiding Nigeria

• Bevolkingsspreiding ongelijk.
• Zuiden (bij kust) = bevolkingsdichtheid hoog (steden).
• Noorden = bevolkingsdichtheid laag (weinig werk, droog).

Welvaart verdeling

• BNP (Bruto Nationaal Product) per inwoner = geld dat inwoners in een land samen verdienen.

• Zuiden = BNP hoog: veel werk industrie of dienstensector.
• Noorden = BNP laag.

(uitzondering steden binnenland)

Multiculturele Samenleving

• in Nigeria veel verschillende bevolkingsgroepen met eigen cultuur.

• vroegere Britse kolonie > 1960: onafhankelijk, maar cultuurgroepen bleven.

• Veel verschillende talen (pidgin Engels) en godsdiensten: noorden moslims, zuiden christenen, midden traditionele (voodoo).

Verschillen tussen mensen tegemoetkomen:

• land verdeeld in deelstaten: gebieden binnen een land met zelfbestuur. 
• Dus: verschillende bevolkingsgroepen in Nigeria hebben enige autonomie.

Veel strijd in Nigeria tussen bevolkingsgroepen:

• strijd om macht.
• strijd om natuurlijke hulpbronnen: olie, landbouwgrond.
• strijd tussen religies.
• onvrede over regionale ongelijkheid (grote verschil in welvaart: arm en rijk)

Opdrachten...

5.1 > opdracht 2, 3, 4, 5, 6a-c