Nederlands uitleg boekverslag

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Opstart:

Leesboek gekozen

Aan het eind van de les weet ik wat er van mij verwacht wordt bij het boekverslag

Boekverslag doornemen

controlevragen

Hebben we de instructie begrepen?

Lezen in je leesboek

Hoe hebben we gewerkt?

Thuis starten aan leesboek uitlezen

Lesdoelen

Aan het eind van de les weet ik wat er van mij verwacht wordt bij het boekverslag

Uitleg boekverslag

Het boekverslag

Aan het eind van deze les heb je antwoord gekregen op de volgende vragen:

• Wat moet er in het boekverslag?
• Wanneer moet het worden ingeleverd?
• Hoe lever ik het in?

Leesboek Nederlands

Lees je boek zo snel mogelijk uit! 

Als je je boek uit hebt, start dan gelijk met het maken van het verslag. Tijdens het lezen kun je alvast over de onderdelen van het verslag nadenken. Als je verstandig bent, begin je vast met het maken van een Word-document op je computer. 

Onderdelen in je verslag

Voorblad

Inhoudsopgave

Zakelijke gegevens

Inleiding

Hoofdstuk 1: inhoud

Hoofdstuk 2: mening

Hoofdstuk 3: schrijver

1. Het voorblad

Dit staat erop:

- afbeelding/plaatje/foto van jouw boek;

- jouw naam;

- de titel van het boek;

- naam van de schrijver;

- jouw klas en naam van de docent

- datum van inleveren 

2. De inhoudsopgave 

 In een inhoudsopgave kun je snel en overzichtelijk de paginanummers van de hoofdstukken zien. 

Maak een inhoudsopgave voor jouw boekverslag. Neem hier een apart A4 voor. Als je helemaal klaar bent met je verslag, kun je de bladzijdenummers erbij zetten. 

3. De zakelijke gegevens

• Naam van de schrijver
• Titel van het boek
• Het jaar van de eerste druk (zoek dit op internet als het niet in je boek staat)
• Het jaar van de gelezen druk (staat voorin het boek)
• Naam en plaats van de uitgever
• Aantal bladzijden van het boek

4. De inleiding

Vertel in de inleiding de motivatie van je keuze voor dit boek: vertel waarom je voor dit boek hebt gekozen? 

Schrijf een korte inleiding van minimaal 5 regels en maximaal 15 regels.

Hoofdstuk 1: de inhoud (1)

Dit is het belangrijkste hoofdstuk van het verslag. Je kunt hier ook de meeste punten voor behalen. Besteed hier dan ook de meeste tijd aan! Leg uit waarom je iets vindt door voorbeelden te noemen.

Zorg dat je dit goed uitwerkt! Kijk in de handleiding hoe je de verschillende onderdelen moet uitwerken.

Hoofdstuk 1: de inhoud (2)

Hoofdpersoon

Bijpersonen

Probleem van de hoofdpersoon

Tijd en plaats in het verhaal

Samenvatting

Hoofdstuk 2: Mening

In dit hoofdstuk beschrijf je wat je van dit boek vindt. 

Net als bij de boekendoos gebruik je hiervoor beoordelingswoorden en argumenten. 

Voorbeelden hiervan staan in de handleiding. 

Gebruik er minimaal 3

Hoofdstuk 3: Over de schrijver

In dit hoofdstuk ga je op zoek naar meer informatie (internet) over de schrijver. Vind het antwoord op onderstaande vragen:

− Waar komt de auteur vandaan?

− Welke boeken heeft de auteur nog meer geschreven?

− Heeft de auteur ooit prijzen gewonnen voor zijn of haar boeken?

Verslag

Dit alles zet je in een verslag, bijvoorbeeld in Word of PDF

- Gebruik een lettertype dat niet groter is dan 12 (uitgezonderd de titel en kopjes).

- Elk hoofdstuk begint op een nieuwe pagina

Veel succes!

Voorbeeld verslagen

Wil je voorbeelden zien van boekverslagen? Je kunt de volgende site gebruiken:

www. scholieren.com

Voer de titel van je boek in en kijk hoe anderen het hebben gedaan. Let op: je mag NIETS kopiëren in jouw verslag! 

(= plagiaat)

Vragen?

Voor welk hoofdstuk kun je de meeste punten behalen?

1. De inleiding
2. De mening
3. De samenvatting
4. De inhoud

Ik moet een foto van het boek op de voorkant van het verslag zetten

1. Ja
2. Nee

In welk hoofdstuk vertel ik wat ik van het boek vind?

1. De inleiding
2. De inhoud
3. De mening
4. De inhoudsopgave

Ik mag een samenvatting van internet kopiëren

1. Ja
2. Nee

Ik geef voorbeelden van alles wat ik in het verslag zet

1. Waar
2. Niet waar

Ik vond deze uitleg nuttig

1. Ja
2. Nee
3. Ik miste nog wat

Hebben we alle doelen behaald?

Wat is nog moeilijk?

Wat gaat al goed?

Hoe hebben we gewerkt?

Leesboek

Die heb je als het goed is bij je!

We gaan nu 15 minuten lezen in stilte! 

Geen boek? Melden bij docent.