klinisch redeneren loi/stoc

Klinisch/verzorgend redeneren 
- Doe je continue als vig/ verpleegkundige 
- Theorie koppelen aan praktijk
- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 

Het doel van klinisch /verzorgend redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

1 / 43
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Klinisch/verzorgend redeneren 
- Doe je continue als vig/ verpleegkundige 
- Theorie koppelen aan praktijk
- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 

Het doel van klinisch /verzorgend redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

Slide 1 - Slide

Wat doe je concreet?
1. Monitoren zorgvrager
2. Risico inschatten
3. Bepalen of interventie nodig is
4. Bepalen of extra monitoring nodig is
5. Monitoren effect van de interventie
Terug naar 1!
Dus een continue proces!

Slide 2 - Slide

Wat heb je nodig voor klinisch redeneren?
1. Kennis van anatomie, patho fysiologie, medicijnen.
2. Ervaring
3. Analytisch vermogen
4. Kritisch denken

Slide 3 - Slide

Stappen & redeneerhulpmiddelen
Stap 1: oriënteren op situatie (bijv. SBAR/MEWS/ABCDE)
Stap 1a: informatie verzamelen, stap 1b: risicoanalyse,  stap 1c: collega informeren indien nodig

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen (Omaha/gordon)
Stap 2a: gegevens ordenen, stap 2b: hypothesen formuleren, stap 2c verbanden leggen.

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)
Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)
Stap 5: verloop monitoren (SOAP)
Stap 6: reflectie (STARRT)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Stap 1. 
Orientatie op de situatie
Opdracht stap 1
  • Wat houd stap 1 in?
  • Welke redeneermiddelen kun je gebruiken in stap 1?
  • Wat is de SBAR, MEWS en ABCD methodiek?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

EWS Early Warning Score
verslechtering van patiënt vroegtijdig signaleren

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Stap 2. 
Mogelijke problemen in kaart brengen
Opdracht stap 2
  • Wat houd stap 2 in?
  • Welke classificatiesystemen kunnen er worden gebruikt in stap 2?
  • Je stelt een hypothese.
  • Een hypothese is een voorlopige stelling waarin je aangeeft wat je verwacht te vinden in je onderzoek. 
  • Je stelt de hypothese altijd op voordat je het onderzoek uitvoert.
  • Geef 4 voorbeelden van een hypothese

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Stap 3.
Aanvullende onderzoeken en observaties
Opdracht stap 3
  • Wat houd stap 3 in?
  • Welke aanvullende onderzoeken kun je uitvoeren?
  • Welke observatielijsten gebruik jij in de praktijk? Geef 4 voorbeelden

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Stap 4.
Verpleegkundig beleid bepalen

Opdracht stap 4
  • Wat houd stap 4 in?
  • Beschrijf 'verpleegkundig/verzorgend beleid'.
  • Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruiken bij stap 4?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Stap 5.
Het verloop monitoren

  • Wat houd stap 5 in?
  •  Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruikten bij stap 5?
  • Gebruik je stap 5 al wel eens in de praktijk?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Stap 6.
Reflectie
  • Wat houd stap 6 in?
  • Waarom is dit een hele belangrijke stap?
  • Welke reflectie hulpmiddelen kunt gebruiken? 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Even oefenen met klinisch/verzorgend redeneren

Slide 22 - Slide

Mw Bakker heeft al een dag niet geplast. Wat kan er aan de hand zijn?

Slide 23 - Open question

Hr Krabbendam geef je diclofenac omdat hij pijn heeft na een heupoperatie. Na enkele uren krijgt hij last van zijn maag en pijn achter zijn borstbeen. Waar denk je aan? Wat is je interventie? Wat doe je daarna?

Slide 24 - Open question

Hr Kramer ligt op jou afdeling. Het valt je op dat dhr. wat rode ontlasting heeft. Waar denk je aan?

Slide 25 - Open question

Casus dhr. de Boom
Dhr. de Boom (12-05-1955) is sinds juli 2017 gediagnostiseerd met ca en krijgt chemotherapie. Dhr. is verzwakt en gebruikt geen antibiotica. Dhr. is verder niet bekend met longziekten en rookt ongeveer 4 sigaretten per dag. Sinds vannacht voelt dhr. zich helemaal niet lekker. Hij hoest sputum op, ziet bleek en grauw en is kortademig. Dhr. hoest veel. Maar is verder alert.
 Bij de ochtendronde heb jij de volgende controles gedaan:
RR (85/46), Temp (38.0), Sat. (85% zonder O2),
Pols (90), Ademhaling (20/min).


Slide 26 - Slide

EWS
Early Warning Score
verslechtering van patiënt vroegtijdig signaleren

Slide 27 - Slide

1. Oriëntatie op de situatie
er is iets aan de hand
gegevens verzamelen
voorgeschiedenis


SBAR
situatie (S)
achtergrond (B)
beoordeling (A)
aanbeveling (R)

SBAR
S (Situatie)
B (Achtergrondinformatie)
A (Beoordeling)
R (Aanbeveling)

Slide 28 - Slide

Vul de SBAR en EWS in

Slide 29 - Open question

1. SBAR
S: Dhr hoest sputum op, ziet grijs en bleek, heeft koorts en een saturatie van  85% zonder O2, snelle ademhaling, lage RR
B: Dhr heeft kanker en krijgt chemotherapie, verzwakte afweer, niet bekend met longziekten, matige roker
A: mogelijke pneunomie??
R: arts waarschuwen i.v.m. sputum en controles (EWS) in combinatie met zijn ziektebeeld

Slide 30 - Slide

2. klinische/verzorgende  probleemstellingen
wat is er aan de hand?
problemen in kaart brengen
kennis van ziektebeelden is belangrijk
gewenst/ongewenst
Antwoord
Gewenst: Sat omhoog met O2
Ongewenst: uitputting met overlijden als gevolg

Slide 31 - Slide

3. aanvullend onderzoek
aantonen van de ziekte/gevolgen
verantwoordelijkheid van de arts
denk aan; röntgenfoto, bloedonderzoek of kweek

Slide 32 - Slide

Hoe ziet de PES eruit

Slide 33 - Open question

Hoe ziet het doel eruit?

Slide 34 - Open question

Pluis/niet-pluis

Slide 35 - Slide

Wie luistert naar een pluis/niet-pluis gevoel tijdens stage?

Slide 36 - Open question

Wat doe je als je naar dat gevoel luistert?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide