M2 unité 5.3 Grammaire I: regelmatige ww -re.

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

M2E

	Nadine	Ali
	Amannisa	Rania	Noa	Luuk	Quinten
Michael	May	Jahmillo	Yasmine	Ola	Sameer
Milou	Mati	Dylan	Letizia	Sem	Dynisha

Docent

M2F

Ihsane	Safia	Anisa	Jessy	Jamie	Bram
Milan	Jessy	Noah			Timo
Kaysa		Noa		Isayah	Hoang
Nathan		Desmond
Zoë		Jayden	Ivan		Rivano

Docent

M2G

Kyan	Julis	Stefan	Coen	Manuel	Ben
Enzio	Ryan	Luka	Kay	Jayra
Charlie	Bram		Fabienne		Bektas
				Emely	Sarah
Lily			Justin	Valentijn

Docent

le programme d'aujourd'hui

- Focusleren App 1 en 2 

-Lire:  La rubrique d'antoin blz 48,  exercices

-Werkwoorden die eindigen op re

Taaldorp opdracht 

- So'tje

Doel:

- Je kunt een gesprek bij de dokter, een gesprek bij de apotheek en reclamespotjes begrijpen

Toetsen 

Leestoets: 14 juni : leestoets u5

Mondeling :  20 juni : Schoolblocks 

Focusleren

Apprendre 1 en 2 blz 72

les yeux

la tête

le nez

le genou

le bras

le pied

les doigts de pied

la jambe

le dos

Lire

 La rubrique d'antoin blz 48

De regelmatige werkwoorden op re.

Présent - tegenwoordige tijd.

Stap 1: knip de -re af van het hele werkwoord.

Voorbeeld: attendre --> attend

Je hebt nu de stam gevonden!

Stap 2: voeg de uitgangen aan de stam toe.

Voorbeeld:

je attends

tu attends

il/elle/on attend

nous attendons

vous attendez

ils/elles attendent

j'............ le bus. (attendre)
Ik wacht op de bus.

1. attend
2. attendons
3. attends
4. attendez

Nous .......................(descendre)
wij stappen uit

1. descendons
2. descendre
3. descendez
4. descons

Passé composé

Stap 1: Knip de re van het werkwoord en voeg een u toe.

Voorbeeld: attendre --> attendu.

Je hebt nu het voltooid deelwoord gemaakt!

Stap 2: voeg de werkwoorden avoir of être toe.

Voorbeeld: Tu as attendu

Jij hebt gewacht.

welk werkwoord dat eindigt op -re wordt vervoegd met être?

1. attendre
2. descendre

Rendre in de passé composé:

J'ai rendu

Tu as rendu

Il/elle/on a rendu

Nous avons rendu

Vous avez rendu

Ils/elles ont rendu

Tu ................................ ?
(entendre, passé composé)

1. entends
2. as entendu
3. a entendu

Ils ...........................
(entendre, passé composé)

1. sont entendrus
2. sont entendus
3. ont entendu
4. avons entendu

Zelfstandig werken:

Maken § 5.3: ex 8A t/m 8F blz 52-54

Leren apprendre 1 t/m 3

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils / elles

réponds

répondons

répond

réponds

répondez

répondent