1.4 De mens 1HV

B4 De mens
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 33-34
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Onthouden: Ik kan de verschillende typen ontwikkeling bij de mens (lichamelijk, geestelijk, motorisch) benoemen.
  • Begrijpen: Ik kan de levensfasen van de mens in de juiste volgorde plaatsen en de kenmerken van elke fase beschrijven.
Huiswerk 1.4
Opdr. 1 t/m 8, (6)
OF uitdaging:
Opdr. 1, 4 t/m 10, (6)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B4 De mens
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 33-34
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Onthouden: Ik kan de verschillende typen ontwikkeling bij de mens (lichamelijk, geestelijk, motorisch) benoemen.
  • Begrijpen: Ik kan de levensfasen van de mens in de juiste volgorde plaatsen en de kenmerken van elke fase beschrijven.
Huiswerk 1.4
Opdr. 1 t/m 8, (6)
OF uitdaging:
Opdr. 1, 4 t/m 10, (6)

Slide 1 - Slide

Geheime leerling
Deze les heb ik willekeurig een geheime leerling gekozen.

Ik let extra op deze leerling en kijk naar:
  • Inzet tijdens de les
  • Werkhouding tijdens de les
  • Het lukt je de afsluitvraag (deels) te beantwoorden



Aan het eind zal ik de geheime leerling onthullen, als ik deze leerling positieve feedback kan geven, dan verdient deze leerling ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.

Slide 2 - Slide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf

Slide 3 - Slide

Je kunt de 7 ..?.. gebruiken om te bepalen of iets levend is (1 woord)

Slide 4 - Open question

Zet alle namen op de juiste plek.
Links de eerste fase, rechts de laatste
Boven de biologische naam
Onder de gewone naam
ei
rups
larve
pop
cocon
vlinder
imago

Slide 5 - Drag question

Welk levenskenmerk wordt beschreven?
Bloemen in een vaas hebben het water opgenomen
A
Ademhalen
B
Uitscheiden
C
Drinken
D
Voeden

Slide 6 - Quiz

Een bruine boon bestaat uit verschillende onderdelen.
In de ..?.. is voedsel opgeslagen voor de kiem.
(1 woord)

Slide 7 - Open question

Soorten ontwikkeling
  • Lichamelijke ontwikkeling
           Verandering in de bouw van het lichaam
  • Motorische ontwikkeling
            Het leren maken van bewegingen, fijn en grof
  • Geestelijke ontwikkeling
            Het ontwikkelen van verstand, gevoel en persoonlijkheid

Slide 8 - Slide

Welke woorden ken je voor mensen van een bepaalde leeftijd?

Slide 9 - Mind map

Fase
Ontwikkelingen
volwassene
bejaarde
puber
schoolkind
peuter
kleuter
baby
adolescent
super afhankelijk van ouders
Volledig zelfstandig
leert fietsen, tekenen, knutselen
leert lezen, schrijven
leert praten, lopen, zindelijk 
gaat met pensioen
lichamelijke kwalen
Groeispurt en ontwikkeling voortplantingsorganen
leert spelen met anderen
veel groeien, tanden krijgen
Heeft een baan
Echt zelfstandig worden
heel veel geestelijke ontwikkeling

Slide 10 - Drag question

Zelf beoordelen
  1. Kijk kritisch naar de tekening van je klasgenoot. Gebruik een rode (of gekleurde) pen
  2. Gebruik de tabel, schrijf -1, -2, -3 of -4 op het blad als er iets ontbreekt of fout is wat in de tabel staat.
  3. Bereken een cijfer (20-minpunten):2=cijfer, Schrijf het cijfer groot op het blad
  4. Klaar met nakijken? Geef de tekening aan de leerling waarvan deze is. Begin vast aan het huiswerk:
1.4
Opdr. 1 t/m 8, (6)
OF uitdaging:
Opdr. 1, 4 t/m 10, (6)
Kader = de twee rechte lijnen waarmee je begint
Titel = dwarsdoorsnede of lengtedoorsnede + naam van het stuk fruit 
Alleen de naam van het stuk fruit is een foute titel!
Type tekening = schematisch
Vergroting = ware grootte of een schatting bijv. 2x of 3x
Het kader moet gemaakt zijn op de juiste manier.
Titel, type tekening en vergroting moeten in het vak linksboven de tekening staan.
Naam, datum en klas moeten in het vak rechtsbovenaan staan
Aangeeflijnen zijn de lijnen die worden gebruikt om onderdelen van de tekening te benoemen.
Met de tekening wordt alleen het deel bedoeld waar je het stuk fruit hebt nagetekend, het kader en de tekst en aangeeflijnen horen hier dus niet bij!

(veel) te klein?
De tekening is te klein als hij minder dan ongeveer 60% van het tekenvlak inneemt. 
De tekening is veel te klein als hij minder dan ongeveer 30% van het tekenvlak inneemt
Namen van de onderdelen:
Deze moeten in het vak rechts naast de tekening staan.
Als ze fout zijn betekent dat dat de naam niet klopt met het aangegeven deel.
Als niets is aangegeven telt dat als vergeten
Als ergens op het blad pen is gebruikt geldt dit al!!
Omcirkelde delen is iets wat ik gebruik als ik zelf nakijk, dat kun je voor nu laten zitten
Als je de punten hebt, kun je zo het cijfer bepalen:
Cijfer = (punten:28)x9+1

Slide 11 - Slide

Ga aan de slag met: 1.4
  • Blz. 33-38
  • Opdr. 1 t/m 8, (6)
OF uitdaging:
  • Opdr. 1, 4 t/m 10, (6)

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Ga aan de slag met: 1.4
  • Blz. 33-38
  • Opdr. 1 t/m 8, (6)
OF uitdaging:
  • Opdr. 1, 4 t/m 10, (6)

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 14 - Slide

Geef een voorbeeld van motorische ontwikkeling die kan voorkomen tijdens de adolescentie of volwassene levensfase.

Slide 15 - Open question

Begin leven
  • Baby: 0 tot 1,5 jaar 
  •           Afhankelijk van anderen
  •           G: Eerste ontdekkingen
  •           L: groeien, tanden krijgen
  • Peuter: 1 tot 4 jaar
  •           M: praten, lopen, zindelijk worden
  •           L: groeien
  • Kleuter: 4 tot 6 jaar
  •           M: Fietsen, tekenen, knutselen 
  •           G: spelen met anderen
  •           L: groeien
M = motorische ontwikkeling
G = geestelijke ontwikkeling
L = lichamelijke ontwikkeling

Slide 16 - Slide

Opgroeien
  • Schoolkind: 6 tot 12 jaar
  •             M: lezen, schrijven 
  •             G: rekenen, omgaan met anderen
  • Puber: 12 tot 16 jaar
  •               L: groeispurt, ontwikkeling voortplantingsorganen
  •               G: wie ben ik? wat wil ik?
  • Adolescent: 16 tot 21 jaar
  •               G: Zelfstandig worden, Wie ben ik? Wat wil ik?

Slide 17 - Slide

Volwassen leven
  • Volwassene: 21 tot 67 jaar
  •           Zelfstandig
  •           Werken
  •           Kinderen 
  • Bejaarde: 67 tot eind leven
  •           Pensioen
  •           Lichamelijke kwalen

Slide 18 - Slide

Geheime leerling
De geheime leerling was .......

Ik lette extra op deze leerling en keek naar:
  • Inzet tijdens de les
  • Werkhouding tijdens de les
  • Het lukte de afsluitvraag (deels) te beantwoorden

Als ik je positieve feedback kan geven, 
dan verdien je ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.

Slide 19 - Slide

Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
  • Tafels: recht en leeg
  • Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
  • Vloer: geen afval

Slide 20 - Slide