na 1945

1 / 30
next
Slide 1: Video
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

De EU streeft naar welvaart, democratie, vrede en vrijheid. Er worden 6 voorbeelden genoemd van vormen van samenwerking in de EU. Welke weet jij?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Link

verkeer, bekeuringen, energie, netspanning, voetballers, alarmno 112, voedsel keuring, euro.//lucht, voedsel, landbouw, visserij, euro, tel tarieven, 112, afval, drinkwater, wegen, verkeer, paspoort, 

Slide 4 - Slide

Wanneer kan een land lid worden van de Europese Unie?
A
Europese wetten en regels respecteren, alle lidstaten ermee instemmen,winstgevende economie, democratisch bestuur.
B
Europese wetten en regels respecteren, alle lidstaten ermee instemmen,stabiele economie, democratisch bestuur.
C
Europese wetten en regels respecteren, alle lidstaten ermee instemmen,stabiele economie, meedenkend bestuur.
D
Europese wetten en regels respecteren, meerderheid lidstaten ermee instemmen,stabiele economie, democratisch bestuur.

Slide 5 - Quiz

Voordelen
nadelen
de euro, de Europese munteenheid
langdurige vrede en welvaart
samenwerking
Ieder lid betaalt geld aan de EU.
vrije handel en vrij reizen
recht op subsidies
Samen wereldproblemen zoals klimaatverandering, vluchtelingen en energievoorziening oplossen.
als land niet over alle zaken zelf  beslissen
elk land moet zich houden aan de Europese afspraken en regels.

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Link

Er zijn veel nationaliteiten in Nederland. Dit komt voornamelijk door;
A
oude koloniën (suriname, ned antillen, indonesie, molukse eilanden), gastarbeiders (italie, spanje, griekenland, joegoslavie, turkije, marokko, vluchtelingen (oorlog, ziekte, armoede)
B
nederland een rijk land is en een echt handelsland.
C
nederlands een makkelijke taal is en mensen dus snel in Nederland kunnen inburgeren.
D
Vreemdelingen trekken vreemdelingen aan en dus komen er steeds meer in Nederland.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Link

Slide 10 - Video

Hoeveel Europese landen accepteerden Amerikaanse hulp?
A
1
B
17
C
24
D
16

Slide 11 - Quiz

De hulp had een economisch en een politiek doel.
A
Met welvarende Europese landen kan je goed handel drijven en zo zouden deze landen niet zo snel communistisch worden.
B
Amerika verdiende lekker aan de hulpgoederen die ze exporteerde en deze landen worden zo niet snel communistisch .
C
Met welvarende Europese landen kan je goed handel drijven en zo konden deze landen democratisch worden.
D
Amerika verdiende lekker aan de hulpgoederen die ze exporteerde en konden deze landen democratisch worden.

Slide 12 - Quiz

koude oorlog

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Welke stad was de hoofdstad van Duitsland tijdens WOII?
A
Bonn
B
Berlijn
C
Munchen
D
Oost-Berlijn

Slide 15 - Quiz

Wat hoort waar?
Westen
Oosten
bedrijven mogen winst maken.
Bang dat Sovjets  heel Europa communistsich wil maken.
Geallieerden (Amerika, Frankrijk, Engeland
Kapitalisme
Communisme
Regering heeft alle macht.
Mensen maken eigen keuzes.
Kritiek op rgering wordt gestarft.
Bonn
Oost-Berlijn
Berlijn
Warschaupact

Slide 16 - Drag question

Zet in goede volgorde.
Luchtbrug
De Muur
ijzeren gordijn
NAVO
Warschaupact
West-Duitsland, Bonn, BDR
Oost-Duitsland, Oost-Berlijn, DDR
Atoomwapens

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Video

Hoe eindigt de Koude Oorlog?
A
Als de Noord Atlantische Verdrags Organisatie wordt opgericht (NAVO).
B
Als in 1949 de BDR wordt opgericht.
C
Als in 1991 de Sovjet- Unie uit elkaar valt.
D
Als de Verenigde Staten van Amerika uit elkaar valt.

Slide 19 - Quiz

Hoe noemen we ontwikkeling dat beide blokken steeds meer wapens maakten uit angst voor elkaar?
A
indoctrinatie
B
atoomdreiging
C
wapenarsenaal
D
wapenwedloop

Slide 20 - Quiz

berlijnse muur

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

De Berlijnse Muur
A
1949-1989
B
1940-1989
C
1945-1989
D
1961-1989

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Welke Sovjet leider gaf de landen uit het Oostblok meer zelfbestuur waardoor uiteindelijk de Muur valt?
A
Stalin
B
Adenauer
C
Gorbatsjov
D
Jeltsin

Slide 25 - Quiz

verzorgingsstaat

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Zet in goede volgorde.
Nederland en andere Europese landen in puin, armoede
Marshallplan, 1miljard dollar
Drees met verzorgingstaat; ww, aow, ziektekostenverzekering,
te veel werk, hoge lonen, luxe goederen; tv, wasmachine, auto
oliecrisis en daarna economische crisis
 welvaart; we richten ons sterk op Amerika (amerikanisering)
dekolonialisatie (1949 werd Nederlands Indie zelfstandig)
We hebben veel werk. Gastarbeiders uit Middelandse zeelanden
Immigranten uit Suriname en uit oorlogsgebieden

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Video

Wat hoort waar?
vrijheid
solidariteit
eigen verantwoordelijkheid
rechtvaardigheid
marktwerking
gelijkheid

Slide 30 - Drag question