HC 2: Eenwording Duitsland

HC 2: Duitsland
Duitse eenwording
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

HC 2: Duitsland
Duitse eenwording

Slide 1 - Slide

Hoofdvraag
Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, 1871-1918?

Slide 2 - Slide

Duitsland?
  • 800-1806: Heilige Roomse Rijk --> verzameling Duitse staten
  • 1815: oprichting Duitse Bond --> losse samenwerking Duitse staten
  • Kanselier Bismarck wil Duitsland unificeren onder Pruisische leiding
  • 1866:  Bruderkrieg --> Pruisen verslaat Oostenrijk
  • Gevolg: Noord-Duitse Bond zónder Oostenrijk

Slide 3 - Slide

Duitsland
  • Overige Duitse staten moeten zich vrijwllig bij Pruisen aansluiten
  • Middel: oorlog met Frankrijk
  • Spanjaarden zoeken nieuwe koning --> Pruisische prins
  • Keizer Napoleon III is bang voor Duitse omsingeling --> vraagt Pruisen te weigeren
  • Emser Depesche: door Bismarck aangepastte brief aan Napoleon
  • Gevolg: Frankrijk verklaart oorlog

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Realpolitik
  • 1870: Frans-Pruisische Oorlog --> vernedering Frankrijk
  • 1871: keizerskroning Wilhelm I in Versailles
  • Oorzaak 1 van WO 1 --> Franse wraak
  • Nieuwe doel Bismarck: vrede in Europa om toekomst Duitsland veilig te stellen
  • Middel: Realpolitik --> alliantiepolitiek 
  • Voorbeeld: Conferentie van Berlijn (1884) & Driekeizersbond

Slide 6 - Slide

Conferentie van Berlijn (1884/85)


Koloniaal conflict over Congo dreigt


Bismarck voert voorzichtige buitenlandse politiek, voorziet Europees conflict in Afrika dat overslaat naar Europa


Zijn oplossing: Conferentie van Berlijn

Iedere grootmacht krijgt zijn deel van de taart


Ook Duitsland - tegen Bismarcks zin - krijgt Afrikaanse kolonies

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Weltpolitik
  • 1888: nieuwe keizer Wilhelm II heeft ambities --> ontslaat Bismarck
  • Doel: machtig Duitsland --> Weltpolitiek
  • Voorbeeld: plek onder de zon --> kolonies
  • Gevolg: groeiende internationale spanningen (Oorzaak 2)
  • 1898: Vlootwet --> bouw Duitse marine
  • Gevolg: concurrentie voor Engeland (O 3)
  • Gevolg: Engeland en Frankrijk zoeken toenadering

Slide 9 - Slide

Spanningen
  • Duitsland industrialiseert snel
  • Gevolg: wapenwedloop (O 4)
  • Uit angst voor oorlog sluiten de grootmachten bondgenootschappen (O 5)
  • Triple Alliantie (Centralen) : Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italië (+ Turkije)
  • Triple Alliantie: Frankrijk, Engeland, Rusland (tot 1918) (+vanaf 1917 VS)
  • In plaats van oorlog voorkomen voorspoedigen de bondgenootschappen dit

Slide 10 - Slide

Oostenrijk
  • Na Bruderkrieg zoekt Oostenrijk nieuwe macht in oosten en zuiden
  • 1867: ontstaan Oostenrijk-Hongarije
  • Problemen: 
  • 1. Groeiend nationalisme onder de velen volkeren
  • 2. OH neemt gebieden in die Rusland ook wilt hebben
  • Gevolg: groeiende spanningen tussen Rusland en OH (O 6)

Slide 11 - Slide

Oorlog
  • 28 juni 1917: kroonprins Franz Ferdinand van OH wordt vermoord door Gavrilo Princip
  • Gevolg: OH wilt onderzoek doen in Servië
  • Servië weigert met steun van Rusland
  • OH bedreigt Servië met steun Duitsland
  • Rusland mobiliseert aan OH en Duitse grens
  • Duitsland verklaart oorlog aan Rusland & Frankrijk (1 augustus)
  • 4 augustus: Engeland verklaart de oorlog na schending Belgische neutraliteit 

Slide 12 - Slide

Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, 1871-1918?

Slide 13 - Open question

Wat is de oorzaak van WO1?
A
Spanningen Balkan
B
Agressie Duitsland
C
Wapenwedloop
D
Bondgenootschappen

Slide 14 - Quiz

Wat is de oorzaak van WO1?
A
Spanningen Balkan
B
Agressie Duitsland
C
Wapenwedloop
D
Bondgenootschappen

Slide 15 - Quiz

Wat is de oorzaak van WO1?
A
Spanningen Balkan
B
Agressie Duitsland
C
Wapenwedloop
D
Bondgenootschappen

Slide 16 - Quiz

Wat is de oorzaak van WO1?
A
Spanningen Balkan
B
Agressie Duitsland
C
Wapenwedloop
D
Bondgenootschappen

Slide 17 - Quiz