3. Schakelingen maken

3. Schakelingen maken
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je iPad op tafel in LessonUp, boek en pen op tafel.

Startvraag: in welke eenheid meten we spanning?

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3. Schakelingen maken
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je iPad op tafel in LessonUp, boek en pen op tafel.

Startvraag: in welke eenheid meten we spanning?

Slide 1 - Slide

Planning voor vandaag
Herhalen: wat we in de vorige lessen hebben geleerd.

Leren: de Volkorenbroodjesfabriek.
Leerdoel: je kunt het verschil uitleggen tussen een serieschakeling en een parallelschakeling.

Maken: praktische opdracht met online schakeling bouwen.

Slide 2 - Slide

Tot nu toe weten we:
1. De stroom is de lading die door een stroomkring gaat. We meten de stroomsterkte in Ampère.
2. De spanning is de kracht die zorgt dat de stroom gaat. We meten de spanning in Volt.

Slide 3 - Slide

Je boek maakt de vergelijking met een opgeblazen ballon en de lucht die daaruit stroomt.

Zo'n model kan helpen om iets onzichtbaars zichtbaar te maken.

Slide 4 - Slide

De Volkorenbroodjesfabriek

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Het aantal auto's dat voorbij komt is de stroomsterkte in Ampère.

Alle apparaten op dezelfde straat zien hetzelfde aantal auto's langskomen. De stroomsterkte is overal gelijk.

Slide 8 - Slide

Het aantal volkorenbroodjes dat een apparaat krijgt is de spanning in Volt.

Als er twee apparaten aan dezelfde weg staan, moet het aantal broodjes worden verdeeld. De spanning over elk apparaat is dan lager dan het totaal.

Slide 9 - Slide

Als er meerdere wegen zijn, splitsen de auto's zich op. De stroomsterkte wordt dan verdeeld.

Beide wegen krijgen hetzelfde aantal volkorenbroodjes. De spanning op beide wegen is dus gelijk.

Slide 10 - Slide

Een schakeling met alle apparaten op dezelfde weg noemen we een serieschakeling.

Een schakeling met de apparaten op verschillende wegen noemen we een parallelschakeling.

Slide 11 - Slide

Welke kabouter krijgt de meeste broodjes?
A
Kabouter A
B
Kabouter B
C
Kabouter C

Slide 12 - Quiz

Hoe groot is de stroomsterkte bij kabouter A?
A
0,5 A
B
1 A
C
2 A
D
3 A

Slide 13 - Quiz

Hoe groot is de spanning bij kabouter B?
A
1 V
B
2 V
C
3 V
D
4 V

Slide 14 - Quiz

Omdat kabouters lastig te tekenen zijn, gebruiken we symbolen bij het tekenen van een schakeling. Dit overzicht vind je in je boek (paragraaf 4.3).

Slide 15 - Slide

Wat gaan we hiermee doen?
Zelf bouwen van een online schakeling.
Hierbij hoort een practicumboekje. Daarin maken we opdrachten over het bouwen van schakelingen (eerst online, dan in het echt).

Je krijgt een boekje met alle opdrachten (meerdere lessen de tijd voor).
Noteer je antwoorden in het boekje.

Slide 16 - Slide

Eerste deel practicum.

1. Bouw na wat gevraagd wordt.
2. Noteer wat je ziet gebeuren.
3. Teken het schakelschema van de schakeling die je gebouwd hebt.

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Maken: eerste deel van de praktische opdracht.

Met wie? Je mag alleen werken, of in duo's.
Hoe? Gebruik deze website. Lees je boekje voor de opdracht en kijk in je boek (paragraaf 4.3) voor de theorie.
Hoe lang? Tot het einde van de les - volgende keer verder.

Slide 18 - Slide