H4 WA Hfst 1 paragraaf 2 en 3

1 / 22

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning van de les

Terugblik naar de leerdoelen van de vorige les
Uitleg leerdoelen deze les
Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen

Vragen kun je ook stellen als de rest van de klas opdrachten van Lessonup aan het maken is.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van de vorge les

- Ik kan vermenigvuldigen met breuken.

- Ik kan de rekenvolgorde opnoemen en toepassen.

- Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.

Slide 3 - Slide

Kersen kosten €1,95 per 500 gram.
Hoeveel kersen kun je kopen voor €3,25?

833 gram

3 gram

12675 gram

300 gram

Slide 4 - Quiz

1.2 Rekenen met breuken

Je kunt rekenen met breuken( + - x ÷).

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

3 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

4 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 5 ​}

3 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 7 - Quiz

4 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} - 2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

2 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​}

1 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​}

2 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 2 ​}

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 2 ​}

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot \frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​} =

Slide 10 - Open question

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 11 - Open question

Delen door een breuk

Delen door een breuk is vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk.

Slide 12 - Slide

Delen door een breuk

Slide 13 - Slide

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 2 7 ​}

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 14 - Quiz

Dus (aantekening?)

+ en -

Maak de noemers (onderkanten) gelijknamig en doe dan de berekening

(Verwerk de helen eventueel in de breuk)

Teller x teller en noemer x noemer (boven x boven en onder x onder)

Tip: kijk of je voor het vermenigvuldigen al kunt vereenvoudigen.

Delen door een breuk is vermenigvuldigen door de omgekeerde breuk.

(verander de : in x en draai de achterste breuk om)

Slide 15 - Slide

1.3 Breuken en decimale getallen

Je kunt van breuken decimale getallen maken.

Je kunt een deel van een geheel berekenen.

Slide 16 - Slide

Schrijf als kommagetal en rond af op 3 decimalen:

2 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 3 ​}

Slide 17 - Open question

welk getal is groter?

0,3

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 18 - Quiz

Schijf 0,4 als breuk.
(teller/noemer)

Slide 19 - Open question

Schijf 0,45 als breuk.
(teller/noemer)

Slide 20 - Open question

Bereken 3/11 deel van €395

Slide 21 - Open question

huiswerk voor deze paragrafen:

Paragraaf 2

- Je kunt rekenen met breuken( + - x ÷).

Tip: Maak hiervoor minimaal de opgaven 10, 12, 13, 14, 17 en 18 van paragraaf 1.2

Paragraaf 3

- Je kunt van breuken decimale getallen maken.

- Je kunt een deel van een geheel berekenen.

Tip: Maak hiervoor alle opgaven van paragraaf 1.3. Wil je niet alles maken, sla dan steeds de eerste helft van de rijtjes over.

Slide 22 - Slide