Infinitivkonstruktionen

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5,6

Was weißt du über

Infinitivkonstruktionen?

Aufgaben

Zunächst verbesserst du 6 Sätze.

Dann übersetzt du 7 Sätze. 

Ich sitze nachzudenken (2x).

Er blieb nur weiter reden (2x).

Warum gehst du nicht sitzen?

Durch das zu sagen, hast du die Sache gut gelöste. (Prät.)

Nach gegessen zu haben, ist er schnell nach Hause gefahren.

Ich gehe dir so bald wie möglich helfen (2x)

Teil I ist fertig

Jetzt also 8 Sätze übersetzen.

Ik ga eerst mijn woordjes (die Vokabeln) leren (2x)

Blijf je hier staan?

Ga je dat probleem oplossen (2x)?

Waarom loop je daarover nog steeds na te denken?

Na een lange discussie ging hij zijn beste vriend bellen.

Ik lig op de bank tv te kijken. (liggen heeft inhoudelijke betekenis)

Mijn broer staat op de trein te wachten.

Gut gemacht!