H1 Quiz

• Nederlands-Meijer
• Middelbare school
• vmbo b, k, mavo
• Leerjaar 2

Lesdoel

In deze quiz test je je kennis over H1

* Hoofdzaken/bijzaken

* woordbetekenissen vinden

* pv schrijven in de tt/vt

* gebruik van leestekens

Synoniemen

Noem zoveel mogelijk tegenstellingen

samengestelde zinnen

Hoe vind je de persoonsvorm in een samengestelde zin?

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister

1. 1 zin
2. 2 zinnen

Wat is het voegwoord?
Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister

Neem de zin over en vul de leestekens in: pas op roept pim

Neem de zin over en vul de leestekens in: hij zegt ik ga naar het strand

Spelling van werkwoorden

Welk werkwoorden zijn sterk?

1. springen, zitten, knippen
2. hebben, schrijven, houden
3. verzinnen, worden, kamperen
4. rijden, bijten, typen

Wat is van toepassing?
Marieke had verse peterselie voor in de tomatensoep geplukt.

_____

1. tt
2. vt (zwak ww)
3. vt (sterk ww)

Wat moet er op de puntjes staan?
Joop bevestig... het schilderij met een spijker aan de muur.

1. d
2. t
3. dt

Wat moet er op de puntjes staan?
De reddingswerkzaamheden werden belemmer... door het slechte weer.

1. d
2. t
3. dt

Minder dan de helft van de stemmen ......... geteld bij de finale van de Voice.

1. is
2. zijn

De media ......... ervoor dat BN'ers vaak belaagd ......... .

1. zorgt - wordt
2. zorgt - worden
3. zorgen - worden
4. zorgen - wordt

ontleden zinsdelen

1. pv

2. O

3. gez

4. lv

Gister gaf hij de ober een fooi
Wat is het LV?

1. de ober
2. een fooi
3. hij
4. gister

Wat is het Onderwerp?
Iedere ochtend maakt de kerkklok mij wakker.

1. maakt
2. mij
3. iedere ochtend
4. de kerkklok

Ontleed de volgende zin: Laura heeft haar huiswerk toch gemaakt

Ontleed de zin: Onze katten aten de overheerlijke brokjes snel op.

vragen

VRAGEN?