T2A 17 februari 2023

Modale werkwoorden
zwakke werkwoorden
klinkerwisseling in het enkelvoud
Geen uitgangen bij ich/er...
Uitgangen -e, -st, t, en, t, en
Uitgangen -e, -est, et, en, t, en
1 / 26
next
Slide 1: Drag question
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Modale werkwoorden
zwakke werkwoorden
klinkerwisseling in het enkelvoud
Geen uitgangen bij ich/er...
Uitgangen -e, -st, t, en, t, en
Uitgangen -e, -est, et, en, t, en

Slide 1 - Drag question

This item has no instructions

6-9 uur 's Ochtends =

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

9-12 uur 's ochtends

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

12-13 uur 's middags

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

13-18 uur 's middags

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

18-24 uur 's avonds

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

0-6 uur 's nachts

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Übersetze:
jij mag (toestemming)
A
du darfst
B
du magst
C
du darf
D
du mag

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Übersetze:
hij kan

A
Er könne
B
Er kann
C
Er kannt
D
Er könnt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hij mag niet naar de bioscoop.

Er ..... nicht ins Kino gehen.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Mag jij naar het schoolfeest?

..... du zum Schulfest?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Simon kan mij per e-mail bereiken.

Simon .... mich per E-Mail erreichen.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent "dürfen"
A
durven
B
mogen
C
houden van
D
lekker vinden

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Haben of sein + voltooid deelwoord

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

sparen
Das Kind ... viel Geld ...

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

teilen
Die Kinder ... ihr Geld ...

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

sein
Wir ... in Berlin ...

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

klagen
Herr Schmitt, warum ... Sie ...?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

klagen
Herr Schmitt, warum ... Sie ...?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Temporale Präposiotion

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ich habe _______ Juni Geburstag
A
im
B
am
C
am

Slide 21 - Quiz

het gaat om een maand (Juni) dus 'im'

________ Winter ist es kalt
A
im
B
am
C
um

Slide 22 - Quiz

Het is 'im'omdat het om een seizoen, de winter, gaat
Ich spiele ________ Freitag Fußball.
A
im
B
um
C
am

Slide 23 - Quiz

Het is 'am' omdat het om een dag (Freitag) gaat.
_______ Mitternacht schlafe ich
A
im
B
am
C
um

Slide 24 - Quiz

kloktijd ( Mitternacht) dus 'um'
Die Prüfung ist morgen _____ neun Uhr
A
im
B
um
C
am

Slide 25 - Quiz

'um' want het is om negen uur, het gaat om een kloktijd.
Es ist warm ______________ Sommer
A
um
B
im
C
am

Slide 26 - Quiz

'im" want het is een seizoen (Sommer)