C7 Spelling §9 en uitleg beeldverhaal

• Nederands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Leg je deze materialen op tafel?

Ipad

lesboek

schrift

leesboek

 etui

Programma vandaag

Leeskwartiertje

Uitleg beeldverhaal

Sterke en zwakke werkwoorden

Lezen

Doelen

• Spelling: Je leert het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden 
• Beeldverhaal: Je luistert naar de uitleg

Tegenwoordige tijd

1. Ik-vorm (aangepaste stam)

2. Ik-vorm + t
3. Hele werkwoord

Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!

Vormen

Sterke en zwakke werkwoorden

Er zijn sterke en zwakke werkwoorden. 

Om werkwoorden goed te kunnen spellen, moet je weten wat het verschil is tussen beide soorten.

Sterke en zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank:

lopen → liepen; ruiken → roken; 

zoeken → zochten.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank:

hopen → hoopten; praten → praatten; 

spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Sterk of zwak werkwoord?
'Zwemmen'

1. Sterk
2. Zwak

Sterk of zwak werkwoord?
'verbranden'

1. Sterk
2. Zwak

Is
VERVEN
een sterk of zwak werkwoord?

1. Sterk
2. Zwak

Is zoeken een sterk of zwak werkwoord?

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak werkwoord?

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

stoppen

hebben

dansen

worden

schrijven

boffen

lopen

zijn

fietsen

lachen

§8 en §9 Persoonsvorm tt en sterke/zwakke werkwoorden

Opdracht blz. 238/239:

Maak opdracht 1, 2 en 3 in je schrift

Opdracht blz. 240/241

Maak opdracht 1 en opdracht 3 in je boek.

Maak opdracht 4 in je schrift.

Hoe: Je maakt het zo veel mogelijk alleen

Nodig: Je lesboek, schrift en een pen

Klaar? Lees het nieuws opwww.ad.nl

Ik begrijp het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden

0100

Beeldverslag