voltooide tijd

Zwakke werkwoorden 
Voltooide tijd
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zwakke werkwoorden 
Voltooide tijd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Zet deze zin in de voltooide tijd.
De kinderen lachen om die leuke clown.

Slide 3 - Open question

Zet deze zin in de voltooide tijd.
Mijn man bakt een appeltaart.

Slide 4 - Open question

Zet deze zin in de voltooide tijd.
Hij raadt het antwoord.

Slide 5 - Open question

Zet deze zin in de voltooide tijd.
Ik was op maandag.

Slide 6 - Open question

Zet deze zin in de voltooide tijd.
Mijn dochter vouwt de was op.

Slide 7 - Open question

Geef antwoord in de voltooide tijd.
Is dat kopje kapot? (Ja, ... gebarsten)

Slide 8 - Open question

Geef antwoord in de voltooide tijd.
Moet je de koffie nog malen? (Nee, ... al)

Slide 9 - Open question

Geef antwoord in de voltooide tijd.
Ga je straks brood bakken? (Nee,.... gisteren)

Slide 10 - Open question

Geef antwoord in de voltooide tijd.
Heb je pijn in je hoofd? (Ja, ... gestoten)

Slide 11 - Open question

Geef antwoord in de voltooide tijd.
Moet je de was nog doen? (Nee, ... gisteren ... gewassen)

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Zet de zin in de voltooide tijd.
De jongens spelen met de bal.

Slide 14 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd.
De jongen schopt de bal door een raam.

Slide 15 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd.
De kinderen rennen weg.

Slide 16 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd.
De bewoner belt de politie op.

Slide 17 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd.
Hij legt alles uit.

Slide 18 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd.
De schilder zet een nieuwe ruit in.

Slide 19 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd.
De buren verbouwen hun huis.

Slide 20 - Open question