oefenen 1

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

oefenen

DE MAATSCHAPPIJ EN DE POLITIEK

Wat is geen machtsmiddel?

1. toegang tot politici
2. Kennis
3. financiële middelen
4. In je eentje zijn

past bij 4.3.5 uit je boekje

4.3.5 De kandidaat kent/weet de verschillende machtsmiddelen die burgers, belangen- en pressiegroepen kunnen hebben om de politieke besluitvorming te beïnvloeden:

∙ Beschikken over kennis/deskundigheid

∙ Omvang van de groep die zij vertegenwoordigen/het aantal leden

∙ Financiële middelen

∙ Formele/wettelijke bevoegdheden hebben

∙ Gezag/charisma van leidinggevende personen

∙ Toegang tot politici

∙ Zitting hebben of deel uitmaken van adviesorganen

∙ Toegang tot en gebruik maken van de media

Macht

1. Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
2. de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
3. Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
4. Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd.

Een dilemma is

1. Een manier om mensen voor je te winnen
2. Een positie van macht
3. Een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben.
4. Een debattechniek

Wat is GEEN machtsmiddel?

1. je gezondheid
2. gezag
3. toegang tot de media
4. charisma

past bij 4.3.5 uit je boekje

4.3.5 De kandidaat kent/weet de verschillende machtsmiddelen die burgers, belangen- en pressiegroepen kunnen hebben om de politieke besluitvorming te beïnvloeden:

∙ Beschikken over kennis/deskundigheid

∙ Omvang van de groep die zij vertegenwoordigen/het aantal leden

∙ Financiële middelen

∙ Formele/wettelijke bevoegdheden hebben

∙ Gezag/charisma van leidinggevende personen

∙ Toegang tot politici

∙ Zitting hebben of deel uitmaken van adviesorganen

∙ Toegang tot en gebruik maken van de media

Wat is een ander woord voor volksvertegenwoordiger?

1. Specialist
2. Kamerlid
3. Kamerzetel

Een gemeente heeft gekozen volksvertegenwoordigers.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe heet de stoel waarop een volksvertegenwoordiger zit?

1. Troon
2. Zetel
3. Zadel
4. Fauteuil

Welke drie bestuurlijke niveaus kennen we in Nederland?

1. Minister-President, Commissaris van de Koning, Burgemeester
2. Kabinet, Gedeputeerde Staten, College van B&W
3. Rijk, Provincie, Gemeente
4. Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad

Wie is geen ambtenaar?

1. Bankdirecteur
2. Vuilnisman
3. Docent
4. Politieagent

WAT ZIJN AMBTENAREN?

1. mensen die heel de dag niks doen
2. mensen die werken bij de jumbo
3. mensen die werken voor de politie
4. mensen die personeel in dienst hebben

Welk woord moet op de stippellijn?
Het maken van regels en het nemen van besluiten
die te maken hebben met het besturen van een land, een
provincie of een ......................

Politici nemen besluiten over alle dingen die van ............ belang zijn.

1. Algemeen
2. Belangrijk
3. Gedeeltelijk
4. Nederlands

In Nederland is de overheid verantwoordelijk voor
voorzieningen die we allemaal nodig hebben, zoals
gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting. Daarom hebben we een .....................................

1. kennisstaat
2. corporatistische staat
3. pluriforme staat
4. verzorgingsstaat