Talent leesvaardigheid H3.3: betogende tekst, argument, tegenargument, weerlegging, kritisch lezen, oorzaak-gevolg

H3.3 --> Ik leer:
Wat een betogende tekst is (herhaling).
Argumenten, tegenargumenten en weerlegging herkennen.
De leesstrategie 'kritisch lezen'toepassen'.
Het tekstverband 'oorzaak en gevolg 'herkennen.
De signaalwoorden van het tekstverband 'oorzaak en gevolg'.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3.3 --> Ik leer:
Wat een betogende tekst is (herhaling).
Argumenten, tegenargumenten en weerlegging herkennen.
De leesstrategie 'kritisch lezen'toepassen'.
Het tekstverband 'oorzaak en gevolg 'herkennen.
De signaalwoorden van het tekstverband 'oorzaak en gevolg'.

Slide 1 - Slide

Wat weet je over een betoog?

Slide 2 - Mind map

Betoog
In een betoog geeft een schrijver zijn mening en onderbouwt hij deze met argumenten. De schrijver wil de lezer ervan overtuigen dat zijn mening juist is.

Slide 3 - Slide

Welke voorbeelden ken je van betogende teksten?

Slide 4 - Open question

Waarom bestaat een betoog normaal gesproken uit een driedeling?

Slide 5 - Open question

Argument
Met een argument wil de schrijver bewijzen dat zijn mening juist is. Dat hij gelijk heeft.
Een tegenargument is een argument van iemand met een andere mening over hetzelfde onderwerp. In ene betoog kan de schrijver dit tegenargument benoemen en weerleggen.

Slide 6 - Slide

Wat doe je als je kritisch leest?

Slide 7 - Open question

De auto reed door rood. Hierdoor ontstond een botsing. Tekstverband en signaalwoord?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Wat is het standpunt?
Wat zijn de argumenten, tegenargumenten en weerlegging?

Slide 10 - Open question

Opdracht
Maak in de digitale methode de 'Test jezelf' van H3.3

Slide 11 - Slide

Toets
Theorie leren.
Oefenen met opdrachten uit het boek. Oefenen door zelf teksten/betogen te zoeken en hierin argumenten, tegenargumenten en weerleggingen aan te geven.
Zoek in teksten naar het tekstverband 'oorzaak en gevolg'. Geef aan welk signaalwoord wordt gebruikt. Geef de oorzaak en het gevolg aan.

Slide 12 - Slide