Taalondersteuning interpunctie & hoofdletters

Taalondersteuning 
1 / 6
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Taalondersteuning 

Slide 1 - Slide

Lees volgende tekst:
gisteren gebeurde er iets raars op school mevrouw peeters zat vast in de lift en ze had alleen een banaan bij zich als lunch eerst probeerde ze met haar smartphone hulp te roepen maar helaas haar batterij was leeg toen begon ze het nieuwe nummer van ed sheeran te zingen om de aandacht te trekken sommige leerlingen dachten dat het een nieuwe rage was en begonnen mee te zingen uiteindelijk kwam de klusjesman langs hij hoorde het concert en haalde mevrouw peeters uit de lift de banaan had ze intussen opgegeten

Slide 2 - Slide

Wat valt er op?
En wat had er beter gekund?

Slide 3 - Slide

Hoofdletters
• Aan het begin van een zin. ➔ Vandaag is het mooi weer.
• Bij eigennamen (personen, plaatsen, merken). ➔ Emma woont in Brugge.
• Bij dagen van feestdagen. ➔ Kerstmis, Pasen, Sinterklaas.
• Bij titels of aanspreekvormen. ➔ Koning Filip, Mevrouw Garcia.


Slide 4 - Slide

Interpunctie (leestekens)
Punt (.)
• Aan het einde van een gewone zin. ➔ Wij gaan morgen naar zee.
Vraagteken (?)
• Aan het einde van een vraagzin. ➔ Hoe laat begint de les?
Uitroepteken (!)
• Aan het einde van een uitroep. ➔ Wat een mooie tekening!
Komma (,)
• Tussen delen van een opsomming. ➔ We kochten appels, peren, en bananen.
• Na een inleidende zin.
➔ Na school, ga ik gitaar spelen.
• Voor een aanspreking.
➔ Mama, mag ik naar buiten?
🔵 Dubbele punt (:)
• Voor een opsomming of uitleg.
➔ Je hebt nodig: een schrift, een potlood en een gom.
🔵 Aanhalingstekens (" ")
• Om letterlijk weer te geven wat iemand zegt of bij citaten.
➔ De leerkracht zei: "Je huiswerk is tegen vrijdag."
🔵 Beletselteken/ ellips (...)
• Om aan te geven dat een zin onaf is of om spanning te tonen.
➔ En toen gebeurde het...

Slide 5 - Slide

Interpunctie (leestekens)
Komma (,)
Na een inleidende zin. ➔ Na school, ga ik gitaar spelen.
Voor een aanspreking. ➔ Mama, mag ik naar buiten?
Dubbele punt (:)
Voor een opsomming of uitleg. ➔ Je hebt nodig: een laptop, een pen en een hoofdtelefoon.
Aanhalingstekens (" ")
• Om letterlijk weer te geven wat iemand zegt of bij citaten. ➔ De leerkracht zei: "Deze taak is tegen vrijdag."
🔵 Beletselteken/ ellips (...)
• Om aan te geven dat een zin onaf is of om spanning te tonen.
➔ En toen gebeurde het...

Slide 6 - Slide