Politiek test je kennis

Test je kennis
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Test je kennis

Slide 1 - Slide

Wie vallen er onder overheid
A
Ministers en koning
B
Ambtenaren en politici
C
1e en 2e kamer
D
Regering

Slide 2 - Quiz

Hoeveel bestuurlijke niveaus zijn er in NEDERLAND?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Wat is geen machtsmiddel?
A
Functie
B
Kennis
C
Geld
D
In je eentje zijn

Slide 4 - Quiz

Een parlementaire democratie is:
A
een monarchie
B
een republiek
C
een land waar de minister-president het land leidt
D
land met parlement als volksvertegenwoordiging

Slide 5 - Quiz

Trias Politica betekent ...
(wat is een ander woord voor Trias Politica?)
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 6 - Quiz

In een dictatuur is de macht in handen van
A
1 leider of partij
B
Het parlement
C
De politie en het leger
D
De bevolking

Slide 7 - Quiz

Actief kiesrecht is
A
recht om te stemmen
B
recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 8 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een linkse partij?
A
gelijkheid
B
actieve overheid
C
passieve overheid
D
bescherming milieu

Slide 9 - Quiz

Het liberalisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die luistert naar het volk, en met 'gemakkelijke' oplossingen problemen probeert op te lossen 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 10 - Quiz

De informateur is de .....
A
iemand die onderzoekt welke partij gaan samenwerken
B
voorzitter van de Tweede Kamer
C
leider van de grootste partij
D
Koning

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN taak van de koning?
A
Handtekening zetten onder wetten
B
De troonrede voorlezen
C
Beslissen welke wetten doorgaan
D
ministers benoemen

Slide 12 - Quiz


Wat is oppositie?
A
Overzicht van de regeringsplannen
B
De partijen in de Tweede Kamer die niet in de regering zitten
C
Een plan om een maatschappelijk probleem op te lossen
D
De ministers en staatssecretarissen

Slide 13 - Quiz

Recht van amendement is
A
recht om een wetsvoorstel in te dienen
B
recht om vragen te stellen
C
recht om een minister weg te stemmen
D
recht om een wetsvoorstel te wijzigen

Slide 14 - Quiz

Wat is een pressiegroep?
A
Laks (Landelijk Aktie Komitee scholieren)
B
Forum voor democratie
C
De eindexamen klassen
D
Partij voor de dieren

Slide 15 - Quiz

Bestuur van de gemeente bestaat uit:
A
Gemeenteraad en college B&W
B
Gemeenteraad
C
Burgemeester en politie
D
Ambtenaren en gemeenteraad

Slide 16 - Quiz

Wat is de Europese Unie?
A
De munt eenheid waar wij mee betalen.
B
Een organisatie van 27 Europese landen die nauw met elkaar samen werken.
C
Alle landen van de wereld die samen werken voor handel.
D
Nederland, België en Luxemburg

Slide 17 - Quiz

Wat is geen voorwaarde voor toetreden EU?
A
In Europa liggen
B
Koninkrijk zijn
C
Rechtstaat zijn
D
Mensenrechten garanderen

Slide 18 - Quiz

Wat is en/of doet de Europese Commissie?
A
Deze stemt over wetsvoorstellen.
B
Het dagelijks bestuur van de EU.
C
De rechterlijke macht.
D
Zorgt dat wetten worden uitgevoerd.

Slide 19 - Quiz

Wat zijn compromissen?
A
Afspraken in de regering
B
Afspraken voor de koning
C
Afspraken voor de onderwijs en zorg
D
Afspraken waarbij alle partijen toegeven

Slide 20 - Quiz