les 3 - Decompositie

les 3 - Computational Thinking

Decompositie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

les 3 - Computational Thinking

Decompositie

Slide 1 - Slide

Wat is CT ook al weer?

De vaardigheden om een probleem uit te pluizen en een stappenplan bedenken die door een computer uitgevoerd kan worden.

Slide 2 - Slide

Opfrissen: Wat zijn de 4 stappen van computational thinking?

Slide 3 - Open question

Opfrissen
  1. Probleem opdelen in kleinere onderdelen = decompositie
  2. Patronen in de onderdelen zoeken = patroon herkenning
  3. Onnodige details weglaten = abstraheren (=abstract maken)
  4. Stapplan waarmee probleem opgelost wordt = algoritme

Slide 4 - Slide

Waarom is decompositie handig als je een ingewikkeld probleem wil oplossen?

Slide 5 - Open question

Meer decompositie!
Vandaag:
Oefenen met opdelen van grote taken of problemen 
in kleine onderdelen

Slide 6 - Slide

De dozen piramide

Slide 7 - Slide

Hoeveel stukken papier zijn er nodig van elke grootte?

Slide 8 - Slide

Hoe splits je de puzzle op?

Slide 9 - Slide

Opdracht (alleen)
Schrijf ook de stappen op om de juiste aantallen van x, y en z te bepalen 

timer
3:00

Slide 10 - Slide

Uitwerking puzzel 4

Slide 11 - Slide

Bespreking
  1. Zijn deze puzzels makkelijk in één oogopslag op te lossen OF na opsplitsen in onderdelen?
  2. Lukte het soms ook om de hele puzzel in één keer te berekenen? 
  3. Kwam het ook voor dat het makkelijker was om eerst de puzzel in onderdelen op de delen?
  4. Zijn er andere uitdagingen in je leven die makkelijker zijn op te lossen door eerst op te splitsen?

Slide 12 - Slide

Nu naar de Logopraktijk
  • In welke delen is dit figuur op te delen? (decompositie)
  • Patronen herkennen: 
  1. Welke bouwstenen heb je nodig?
  2. Welke procedures/commando's heb je nodig?
  • Wat wordt je aanpak? (algoritme)

Slide 13 - Slide

Delen, bouwstenen. procedures.

Slide 14 - Open question


  1. Straat > huis 
  2. Huis > vierkant, driehoek, rechthoek
  3. vierkant, driehoek, rechthoek, inkleuren (random), herhaling, variabele grootte van basisfiguren, random

Slide 15 - Slide

Inkleuren 1
Je kan een gesloten figuur vullen.
Vulkleur bepalen met codes in bijlage (setfc <getal>)
Vullen en kleurbepalen zijn losse stappen.

DEMO

Slide 16 - Slide

Procedure maken
EDALL:

TO vierkant
repeat 4 [fd100 rt 90]
END


Slide 17 - Slide

Inkleuren 2: Hoe ziet de procedure eruit?

  1. Pen omhoog (pu)
  2. draai 45 graden (rt 45) 
  3. Loop stukje gesloten figuur in (fd 10)
  4. Bepaal je kleur (setfc 4)
  5. Vul het figuur (fill)
  6. en weer terug naar startpositie (bk10 lt 45 pd)

Slide 18 - Slide

Pen omhoog (pu)
draai 45 graden (rt 45)
Loop stukje gesloten figuur in (fd 10)
Bepaal je kleur (setfc 4)
Vul het figuur (fill)
en weer terug naar startpositie (bk10 lt 45 pd)

Slide 19 - Open question

Aan het werk...
Open FMSlogo 
  • Zorg dat je procedure: vierkant, driehoek, kleur hebt
  • Maak een start met een straat
  1. 4 huizen.
  2. dezelfde grootte
  3. huizen worden ingekleurd.
  4. startcommando: straat 

Slide 20 - Slide