8.2 Een nieuwe samenleving (deel 1 en 2)

Tijd van Burgers en Stoommachines
8.2 Een nieuwe samenleving (deel 1 en 2)
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tijd van Burgers en Stoommachines
8.2 Een nieuwe samenleving (deel 1 en 2)

Slide 1 - Slide

Tijd van Burgers en Stoommachines, KA's: 

31 De industriële revolutie die in de westerse wereld die de basis legde voor een industriële samenleving
32 Discussies over de sociale kwestie
34 De opkomst van emancipatiebewegingen
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
36 Opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, nationalisme, confessionalisme en feminisme. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Slide 5 - Video

Leerdoelen 
Je kunt de levensomstandigheden van arbeiders beschrijven en verklaren. 

Je begrijpt waarom de midden- en hogere klassen zich zorgen maakten over de sociale kwestie en je kunt uitleggen welke rol de overheid hierin ging spelen. 
____________________________________________________________________________
Je weet welke groepen zich inzetten voor de emancipatie van arbeiders en hoe zij dit deden.

Je begrijpt de theorie van Marx en je kunt uitleggen in welk opzicht de sociaal-democraten afwijken van Marx' ideeën. 

Slide 6 - Slide

Door de snelle industrialisatie groeiden industriesteden 
als kool. Eindhoven had in 1820 bijvoorbeeld 2300 inwoners. Dit aantal inwoners was in 1920 ruim twintig keer zoveel: 48.000! 

Slide 7 - Slide

Woningen voor mensen die naar de stad verhuisden, waren er niet! Deze werden vaak haastig gebouwd met weinig aandacht voor comfort, hygiëne en bewegingsruimte. 

Arbeidersgezinnen brachten avonden en nachten door in gehorige, vochtige en verkrotte woningen, dicht op elkaar in kleine ruimten waar ouders en kinderen samen in een kamer sliepen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Daarnaast waren de werkomstandigheden erg zwaar: lage lonen, lange werkdagen en de gezondheids- en veiligheidssituatie in de grote, lawaaiige, slecht geventileerde fabriekshallen was beroerd. 

Slide 11 - Slide

Door deze slechte leefomstandigheden (dus woon- en werkomstandigheden) was de gezondheidstoestand van arbeiders slecht. Ze werden gemiddeld tussen 40 en 55 jaar oud. 
Er ontstonden ook vele sociale problemen. Mensen dronken hun ellende weg door alcohol waar kinderen thuis weer last van kregen. Kinderen gingen niet naar school: het arbeidersbestaan ging van vader op zoon. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De overheid deed niets aan de problemen van arbeiders. Zij vond dat ondernemers alle ruimte moesten krijgen om zoveel mogelijk winst te maken. Hierdoor zou de economie groeien -> economisch liberalisme.

Slide 14 - Slide

Vanuit de samenleving begon men zich zorgen te maken over deze arbeiders. Ook waren de arbeiders door hun slechte leefomstandigheden verspreiders van ziektes en waren ze vaak in het openbaar dronken of deden aan prostitutie. Dit was in strijd met de christelijke fatsoensnormen. 
De 'neergang van de beschaving' moest worden aangepakt! Er kwamen opvoedkampen, campagnes werden opgestart maar niets hielp. De arbeiders moesten voor zichzelf zien op te komen en zich verenigen .. ! 

Slide 15 - Slide

De sociale kwestie: Het maatschappelijke vraagstuk van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeidersklasse en hoe dit moest worden opgelost. 

Slide 16 - Slide

Beeldmateriaal

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Tijd van Burgers en Stoommachines
8.2 Een nieuwe samenleving (deel 2)

Slide 20 - Slide

Leerdoelen 
-Je weet welke groepen zich inzetten voor de emanicpatie van arbeiders en hoe zij dit deden. 

- Je begrijpt de theorie van Marx en je kunt uitleggen in welk opzicht sociaaldemocraten afwijken van Marx' ideeen. 



Slide 21 - Slide

De arbeiders moesten voor zichzelf zien op te komen en zich verenigen. Dit moest omdat de overheid zich er niet mee wilde bemoeien. Waarom niet? 


Slide 22 - Slide

Er waren meer werkzoekenden dan banen dus wie ook maar een beetje protesteerde, werd meteen ontslagen. 
Om toch samen sterk te staan werden vakbonden opgericht. 
Vakbonden zijn organisaties die groepen arbeiders vertegenwoordigen en zich hiervoor inzetten. Zij werden vaak verboden omdat ze werden gezien als een belemmering van de vrije economie. 

Slide 23 - Slide

Toch vond er in de 19e eeuw een omwenteling plaats: vakbonden kregen steeds meer invloed. De positie van de arbeiders werd geleidelijk iets beter. 

Slide 24 - Slide

Door de sociale kwestie ontstond er bovendien een nieuwe politiek-maatschappelijke stroming: het socialisme

Het socialisme stond voor het verbeteren van de leef- en werkomstandigheden voor arbeiders en het aanvechten van maatschappelijke ongelijkheid. 

Slide 25 - Slide

Het socialisme werd net als het liberalisme, confessionalisme en feminisme een emancipatiebeweging

Emanicpatiebeweging: Dit is wanneer een beweging zich inzet voor verbetering van de maatschappelijke positie van een groep. 

Slide 26 - Slide

Beeldmateriaal

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Sociale woningbouw

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

IJzeren Eeuw
Twente op stoom

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

IJzeren eeuw
Land zonder paupers

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Leerdoelen 8.2
Je kunt de levensomtandigheden van arbeiders beschrijven en verklaren. 

Je begrijpt waarom de midden-hogere klassen zich zorgen maakten over de sociale kwestie en je kunt uitleggen welke rol de overheid hierin ging spelen. 
___________________________________________________________________________
Je weet welke groepen zich inzetten voor de emancipatie van arbeiders en hoe zij dit deden. 

Je begrijpt de theorie van Marx en je kunt uitleggen in welk opzicht sociaal-democraten afwijken van de ideeën van Marx. 

Slide 38 - Slide

Tijd van Burgers en Stoommachines, KA's: 

31 De industriële revolutie die in de westerse wereld die de basis legde voor een industriële samenleving
32 Discussies over de sociale kwestie
34 De opkomst van emancipatiebewegingen
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
36 Opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, nationalisme, confessionalisme en feminisme. 

Slide 39 - Slide