Week 6: SC grammar words

Schrijven: Grammar words
Kan je vinden in NU Engels:
Grammar > Grammar survey words

Oefenen: Grammar practise words

Vandaag focus op: Adjectives and adverbs!
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schrijven: Grammar words
Kan je vinden in NU Engels:
Grammar > Grammar survey words

Oefenen: Grammar practise words

Vandaag focus op: Adjectives and adverbs!

Slide 1 - Slide

Grammar
Adjectives and adverbs
Bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden
NU Engels 8.3

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Je beschrijft iets of iemand.
Het bijvoeglijk naamwoord plaats je voor het zelfstandig naamwoord.

I landed a profitable contract.

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord: uitzondering

Een gekke uitzondering vormen de zogenaamde koppelwerkwoorden. Dat zijn werkwoorden waarbij het bnw achter het ww komt. Het gaat altijd om to be of alle wwen die met je zintuigen te maken hebben (horen, zien, voelen, ruiken, proeven).

This fake fur feels realistic.



 

Slide 4 - Slide

Bijwoord
Het bijwoord zegt iets over bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden of werkwoorden. Je omschrijft hoe of hoe sterk iets gebeurt.
Het bijwoord komt achter het ww of voor het bnw of bw.
She laughed raucously when she saw him.
We read about a very hungry caterpillar.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

I had a (vreselijk) day at work yesterday.

Slide 9 - Open question

When I was printing an (extreem) (belangrijk) document, I managed to jam up the printer.

Slide 10 - Open question

I could (nauwelijks) wait to get home.

Slide 11 - Open question

Maak hier een adverb van: pleasant - bad - good - near - strange - safe

Slide 12 - Open question

Waar ga je de rest van de les mee bezig?
Opdrachten die horen bij de uitleg
Oefenexamen schrijven
Lezen
(andere) Grammar
Oefenen voor een ander examen

Slide 13 - Poll

Schrijven: Grammar words
Kan je vinden in NU Engels:
Grammar > Grammar survey words

Oefenen: Grammar practise words

Uitleg nodig? Vraag!

Slide 14 - Slide