Dubbele les: Hoe organiseer ik een event?

• Verkooppraktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2,3

JOHAN DE WITT

FESTIVAL

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. Vooraf:
   Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
   
   
2. Instructie:
   Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
   
   
3. Toepassing:
   Actieve verwerking, Formatief handelen 
   
   
4. Evaluatie:
   Afsluiting

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Wat gaan we doen?

We kijken terug op vorige week. 

We gaan een festival plannen.

We zetten onze leerdoelen. 

Aan de slag met ons festival.

Presenteren van de festivals. 

Leerdoelenkaart aftekenen.

Afsluiting les

Voorkennis activeren:

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te geven aan de rest van de les.

Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Opdracht festival organiseren

Wat voor festivals ken jij allemaal?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

           Leerdoelen

R. Ik weet wat een event is en wat er allemaal bij komt kijken.

T1. Ik kan samenwerken door duidelijke taken te verdelen en mijn taak goed uitvoeren.

T2. Ik kan ons event goed voorbereiden en uitvoeren alsof het een echt evenement is.

I. Ik kan uitleggen wat ik heb geleerd tijdens het organiseren en wat de volgende keer beter kan.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Wat is een festival?

Een festival is een feest waar mensen samenkomen.

• Er is vaak muziek, lekker eten en leuke activiteiten.
• Een festival heeft meestal een thema (bijv. cultuur, muziek, eten of sport).
• Soms is het groot (met duizenden mensen), soms klein (zoals op school of in de buurt).
•  Het belangrijkste: mensen hebben plezier en beleven iets samen.

Inleiding

Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

Kun je een voorbeeld geven van een festival?

          7 stappen: 

1. Je kiest een doelgroep>>>

Wie komen er?

2. Je kiest een thema:

Wat kan je er doen?

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Wat voor thema zou jij leuk vinden?

          7 stappen:

3. Je regelt een locatie, 

datum, naam, en wat je

allemaal nodig hebt.

(schrijf het meteen op)

5. Taken verdelen: 

wie doet wat, dit overleg 

jesamen

 

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Welke taken kan je bedenken
voor op een festival?

           7 stappen: 

5. Producten maken: 

Posters, uitnodigingen

Plattegrond, Draaiboek

6. Opbouwen & uitvoeren

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Wat denk je dat
een draaiboek is?

Voorkennis

Voorkennis

Voorkennis

1. Een boek wat je kan ronddraaien
2. Een boek waarin staat met wat je iets moet doen.
3. Een boek met wat er wanneer er iets gedaan moet worden
4. Een boek waarin staat wie wat moet doen

          7 stappen:

Dan het festival! iedereen voert zijn taken uit, en helpt elkaar, en geniet ook zelf van het festival,  en dan?

7.  Opruimen                                     Bespreken

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Wat moet je allemaal organiseren voor een festival? 

1. Goed weer, feesthoedjes, zwemspullen voor alle gasten
2. Posters, plattegrond, draaiboek en taken verdelen, bespreken na festival
3. Doelgroep, thema, locatie uitnodigingen opbouwen en afbouwen
4. 3 gangen menu met toetjes en kadootjes

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Kijkvragen filmpje

1. Wat heb je op het filmpje gezien?
2. Wat voor soort festival zal dit zijn?
3. Wat vond je gek of wat viel jou op? 

Schrijf op wat je ziet:

Wat kun je allemaal vinden
op een festival?

Kijkvragen filmpje: 

1. Wat heb je op het filmpje gezien?
2. Wat voor soort festival zal dit zijn?
3. Wat vond je gek of wat viel jou op? 

Schrijf op wat je ziet

Kijkvragen filmpje

1. Wat heb je op het filmpje gezien?
2. Wat voor soort festival zal dit zijn?
3. Wat vond je gek of wat viel jou op? 

Schrijf op wat je ziet

Aan de slag!

De docent deelt de opdrachten uit en dit gaan we klassikaal lezen. 

Na het lezen gaan jullie in groepjes van vier jullie eigen festival bedenken en organiseren. 

           Voorbeeld

Wat heb ik nodig voor een lentemarkt: 

Wie: mensen die van lente houden, moeders en

dochters. 

Datum en naam: 11 mei, Moederdag Lentemarkt. 

Waar: in het vondelpark

Wat kan je er doen? fun shoppen , lammetjes aaien voor 

kinderen, tulpen plukken, groente en fruit uit de lente, 

eten en drinken. 

Wat heb ik nodig: kraampjes, verkopers, foodtrucks met tafels,

 posters, draaiboek, toiletten. 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Mijn opracht is goed als:

Succescriteria

Hiermee maak je leerlingen duidelijk wat er van hen verwacht wordt en welke criteria bepalen of hun werk succesvol is. Dit helpt hen beter te begrijpen waar ze naartoe werken en verhoogt hun focus en motivatie. Door succescriteria te bespreken of samen met leerlingen op te stellen, bevorder je eigenaarschap en geef je hen een concreet kader om hun werk aan te toetsen tijdens en na het uitvoeren van de opdracht.

      Stap 1

Bedenk met je groepje 

Waar en wanneer is het festival?

Hoe heet het festival? Wie komen er?

hoe laat begint het, wanneer is het 

afgelopen. Schrijf alles op. 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

           Stap 2

Bedenk met je groepje: 

Wat kan je allemaal doen op het festival?

wat heb je nodig?

Iedereen regelt iets, verdeel de taken en 

schrijf op wanneer het klaar moet zijn maak

Hiervan het je festival draaiboek.

 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

           Stap 3 

Ontwerp samen met je groepje iets voor het festival: 

Poster of plattegrond

uitnodiging, draaiboek. 

Bespreek hoe het groepje het 

festival gaat presenteren in de klas

Gebruik canva of knip en plak!

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

           Stap 4: Controleer de stappen

1. Is het product klaar?
2. Weet iedereen het verhaal van het festival is. 
3. Wat was goed, en wat kon beter?
4. Ruim de spullen op 

Bespreek welk beroep bij jouw taak past, 

Schrijf het beroep op je LOB invulblad in je

JDW map. 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Presenteer je festival: 

Wat voor festival en voor wie? 

Wat kan je er doen?

wat heb je gemaakt?

en wie heeft wat gedaan? 

Overtuig je klasgenoten om naar jouw 

festival te komen. 

           Afsluiting periode 2: Ik en Vrije tijd

Pak je JDW map met je leerdoelen erbij. 

Kan je alle leerdoelen afvinken?

Volgende week werken we aan ons Vinted project. 

Wie gaat er met het mooie weer naar een het tropicali zomerfestival dit weekend?

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Welk festival vond jij het leukst?
(je mag niet op je eigen festival stemmen)

Team rood

Team blauw

Team Geel

Team Oranje

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.