H/V2formuleren en spellen 4-5

Formuleren en spellen H4-5

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Formuleren en spellen H4-5

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Sjors (braden) het vlees en vaak (branden) het aan.
vul de tt in

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Gisteren (bellen) hij mij, dat het weer was (gebeuren.)
A
belde gebeurt
B
belte gebeurt
C
belde gebeurd
D
belde gebeurt

Slide 6 - Quiz

maar, nu: waarom?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

pas op met verhuizen en zo!
ik verhuizzzzzz

Slide 9 - Slide

pas op met een gebod!
ga weg!
kom hier!
word lid!

Slide 10 - Slide

zingt je broer?
zing jij?
Pas op met je en jij!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

(vergoeden) de verzekering alle door de storm (aanrichten) schade?
A
vergoed - aangerichte
B
vergoedt - aangerichte
C
vergoedt - aangerichtte

Slide 13 - Quiz

Met dit masker probeer ik te (verhoeden), dat men mij (herkennen)
A
verhoedden- herkend
B
verhoeden-herkend
C
verhoeden- herkent

Slide 14 - Quiz

Een (beboeten) fietser, (ontbranden) vaak in woede jegens de agent die hem heeft (bekeuren)
A
beboette- ontbrand- bekeurt
B
beboete- ontbrandt-bekeurd
C
beboete - ontbrand - bekeurd

Slide 15 - Quiz

Maayke heeft haar vriend vaak (bespieden), omdat ze hem niet (vertrouwen)
A
bespieden-vertrouwt
B
bespood - vertrouwt
C
bespied - vertrouwd
D
bespied - vertrouwt

Slide 16 - Quiz

leestekens.....
wat aandachtspunten (nog een keer...)

de leraar riep!!!!!!!!!!!!
het kind vroeg???????????

Slide 17 - Slide

-wat iemand zegt staat 
tussen '    '
-na een dubbele punt: (bij een citaat) een hoofdletter!
-het aanhalingsteken is altijd het laatste !
Kees jammerde: 'Hoe kon het toch gebeuren?'

: 'Hoe......

'Hoe kon het toch gebeuren?'

Slide 18 - Slide

Na een opsomming: geen hoofdletter!

na een verklaring: geen hoofdletter!
Er zijn twee partijen verantwoordelijk: betogers en politie
Een ding staat vast: dit mag niet weer gebeuren!

Slide 19 - Slide

namen en zo...
tussenvoegsels
voorletter? voornaam? achternaam? iets van een voornaam? ja? dan klein.
Niet? dan (eerste)
hoofdletter!
Sandra van Wijk
Sandra van der Wijk
Mevr. S van der Wijk
Mevrouw Aalders - Van der Wijk
mevrouw Van der Wijk
Mevrouw Van der Wijk - Aalders

Slide 20 - Slide

Professor ten Kate
A
is dus fout, want er staat geen letter, naam of ander tussenvoegsel bij!
B
is helemaal goed!

Slide 21 - Quiz

'Ik ga vanavond vroeg slapen', zei Aafke tegen haar zusje.
A
Dit is helemaal goed.
B
Nee, fout! moet zijn: 'zei Aafke tegen haar zusje.'

Slide 22 - Quiz

De windstreken schrijf je met een hoofdletter, dus Het Oosten.
A
goed zo!
B
fout

Slide 23 - Quiz

1.Ik vraag me af of het nog gaat waaien.
2. Ik vraag me af 'of het nog gaat waaien.'
A
Beide zinnen zijn fout
B
Beide zinnen zijn goed
C
Zin 1 is goed
D
Zin 2 is goed

Slide 24 - Quiz

Oefenen.
Alles maken van 4-5-6
formuleren en spelling
Zorg dat je 4 en 5 deze week af hebt!

Slide 25 - Slide

volgende week weer op school!
fijn!
Dan H6 en herhalen
Fijne dag!
Succes!

Slide 26 - Slide