5.2 Polaire en apolaire stoffen

Oplossen en mengen
5.2 Polaire en apolaire stoffen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oplossen en mengen
5.2 Polaire en apolaire stoffen

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
  • Je leert over polaire atoombindingen
  • Je leert over de ruimtelijke bouw van dipoolmoleculen.
  • Je leert over polaire en apolaire stoffen.

Slide 4 - Slide

Gemeenschappelijk elektronenpaar



  • Zelfde atoomsoorten?
  • Beide atomen trekken even hard aan gemeenschappelijk elektronenpaar


Slide 5 - Slide

Gemeenschappelijk elektronenpaar



  • Twee verschillende atoomsoorten, zoals bij HF?
  • Atomen trekken niet altijd even hard aan het elektronenpaar.
  • Het fluoratoom trekt harder aan het elektronenpaar dan het waterstofatoom (geldt voor N, O of F).
  • De negatieve lading van het gemeenschappelijk elektronenpaar zit het dichtst bij het atoom dat het hardst trekt. 

Slide 6 - Slide

Dipoolmolecuul






  • 2 verschillende polen: δ- en δ+ (samen neutraal)

                                                       dipool

  • Een dipoolmolecuul: een molecuul dat aan de ene kant een ẟ⁺ lading heeft en aan de andere kant een ẟ⁻ lading
  • Polaire binding: atoombinding waarbij het ene atoom harder aan de gemeenschappelijke elektronenpaar trekt dan het andere




Slide 7 - Slide

Ruimtelijke bouw en dipool



Hoe zit dat dan bij CO2?
  • De ruimtelijke bouw bepaald of een molecuul een dipoolmolecuul is
  • Heffen de polaire bindingen elkaar op (liggen ze bv in elkaars verlengde)?              geen dipool molecuul
  • BINAS tabel 55: dipool moment (ongelijk aan = dipoolmolecuul)




Slide 8 - Slide

Dipool-dipoolbinding




Dipool-dipoolbinding: de binding tussen de ẟ⁺ kant van het ene molecuul met de ẟ⁻ kant van een ander molecuul



Slide 9 - Slide

Bindingen

Slide 10 - Slide

Even oefenen





Wat is het kookpunt van deze stoffen (Silaan, water en methaan)?
Wat kun je zeggen over de vanderwaalsbindingen?
Welke binding leidt tot het verschil in kookpunt?


Slide 11 - Slide

Huiswerk
Leren en maken 5.2

Slide 12 - Slide