Les 5

Media - §5 Het nieuws
§1 - Communicatie en media
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Media - §5 Het nieuws
§1 - Communicatie en media

Slide 1 - Slide

Planning
Lesuur 1
  • 5.1 Hoe wordt het nieuws gemaakt?

Lesuur 2
  • 5.2 Nepnieuws

Slide 2 - Slide

Werken met LessonUp
Aantekening voor het examen
Opdracht
Meer informatie
Bronnen
Je mag je device gebruiken
Je mag samenwerken
Je moet je oortjes gebruiken
Je werkt zelfstandig
Examenvraag
Je werkt in stilte

Slide 3 - Slide

5.1. Hoe wordt het nieuws gemaakt?

Slide 4 - Slide

Redacties komen op verschillende manieren aan nieuws:

  1. Personen en instellingen
  2. Journalisten zelf
  3. Persbureaus: verzamelen nieuws en verkopen het (bv. ANP)
Aantekening voor het examen

Slide 5 - Slide

Nieuwsselectie
Keuze in wat er wel en niet wordt geplaatst. 
  • Actualiteit
  • Uitzonderlijkheid
  • Nabijheid
  • Past het bij de doelgroep van de krant/zender
  • Past het bij de identiteit van de krant/zender 

Aantekening voor het examen

Slide 6 - Slide

Ga op zoek naar een nieuwsitem dat voldoet aan het nieuwsselectiecriterium: 'actualiteit'

Slide 7 - Open question

Ga op zoek naar een nieuwsitem dat voldoet aan het nieuwsselectiecriterium: 'uitzonderlijkheid'

Slide 8 - Open question

Ga op zoek naar een nieuwsitem dat voldoet aan het nieuwsselectiecriterium: 'nabijheid'

Slide 9 - Open question

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 10 - Slide

Examenvraag 2021 - I
Tekst 2 is een artikel dat gepubliceerd is in dagblad De Gelderlander.
Twee criteria om tot publicatie van een artikel over te gaan zijn de
doelgroep van het medium en de actualiteit.

Noem drie andere criteria die media kunnen hebben om tot publicatie
van nieuwsberichten over te gaan. 
Opdracht
Examenvraag

Slide 11 - Slide


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 12 - Open question

Antwoord
Juiste antwoorden zijn (drie van de volgende):
  • eigen waarden en normen van de journalist(en) / referentiekader
  • uitzonderlijkheid
  • de nabijheid
  • commerciële belangen
  • de belangstelling van (een groot) publiek
  • de identiteit van het medium
  • de doelstelling van het medium
Opdracht
Examenvraag

Slide 13 - Slide

Objectiviteit - I
Objectiviteit: beschrijving van gebeurtenissen die klopt met de werkelijkheid (feiten) en die niet gekleurd is door een eigen mening. 
Aantekening voor het examen

Slide 15 - Slide

Objectiviteit - II
Berichtgeving is bijna nooit volledig objectief. Criteria om toch zo objectief mogelijk te zijn:
  • Scheiding feiten en meningen
  • Keuze woorden en beelden
  • Hoor en wederhoor: verschillende mensen aan het woord
  • Meerdere bronnen vernoemd 

Aantekening voor het examen

Slide 16 - Slide

Selectieve perceptie
Selectieve perceptie :mensen maken, bewust of onbewust, keuzes bij het waarnemen. Je neemt niet alles wat er om je heen gebeurt waar, je selecteert waar je naar kijkt. Ook bij journalisten speelt dit een rol.
Aantekening voor het examen

Slide 17 - Slide

Referentiekader
Referentiekader: mensen nemen waar vanuit hun eigen ‘achtergrond’: je persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen. 

Bv: een journalist die VVD stemt zal anders over het nieuwe regeerakkoord schrijven dan iemand die PvdA stemt. 
Aantekening voor het examen

Slide 18 - Slide

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 19 - Slide

Examenvraag 2021 - I
De media spelen een belangrijke rol bij het geven van informatie over
bepaalde onderwerpen. Ze moeten zo objectief mogelijk nieuws
verstrekken. Een van de criteria voor objectieve nieuwsverstrekking is het
controleren van feiten via een andere bron.

Noem de twee andere criteria waaraan een objectieve bron te
herkennen is.
Doe het zo: neem het onderstaande over en vul het antwoord aan.
criterium 1 …
criterium 2 … 
Opdracht
Examenvraag

Slide 20 - Slide


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 21 - Open question

Antwoord
• het toepassen van hoor- en wederhoor 
• het scheiden van feiten en meningen 
Opdracht
Examenvraag

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Werk verder aan je taakwijzer
... t/m hoofdstuk 5

Slide 24 - Slide