Duits: der- en eingroep 1e en 4e naamval

Lesdoelen
OIn deze les:
  • fris je je kennis rondom de geslachtsregels van de duitse zelfstandignaamwoorden.
  • Leer je de 1e en de 4e naamval van de ein-groep
  • Leer je de 1e en de 4e naamval van de der-groep
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Lesdoelen
OIn deze les:
  • fris je je kennis rondom de geslachtsregels van de duitse zelfstandignaamwoorden.
  • Leer je de 1e en de 4e naamval van de ein-groep
  • Leer je de 1e en de 4e naamval van de der-groep

Slide 1 - Slide

Der-groep en Ein-groep
Voorkennis:
  • de geslachtsregels (der-die-das) (video).
  • bepaald lidwoord (video).
  • onbepaald lidwoord (video).
  • De regels nog een keer in tekst uitgeschreven.
  • Een sleep-oefening om te kijken of je het nog weet.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wat zijn de regels voor de lidwoorden?
Der : Mannelijke personen en namen van dieren bijv.
           der Junge, der Stier
Die:   * Vrouwelijke personen en namen van dieren bijv. die Oma, die Kuh
           * De meeste dingen die eindigen op -e bijv. die Adresse, die Lampe
           * Woorden die eindigen op: -heit, - keit, - schaft, - ung bijv.
           die Freundschaft, die Zeitung, die Freiheit
Das:  Woorden waar in het Nederlands vaak -het voor staat. Bijv.
            das Lied, das Pferd, das Spiel en verkleinwoordjes: das Mädchen, 
            das Kaninchen

Slide 6 - Slide

manne-
lijk
vrouwe-
lijk
onzijdig
meer-
voud
der/ ein
die/ eine
das/ ein
die/ keine

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Video

Der- en Eingroep 
In de volgende slide staat een uitleg video over de Der- en Eingroep.
Bekijk de video en als je vragen hebt stel die aan de docent.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Online oefenen 1e naamval
Oefen in de volgende slide met de eerste naamval.
  • Kijk welk geslacht het woord heeft
  • Kijk naar de verschillende antwoordmogelijkheden!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Online oefenen 4e naamval
Oefen in de volgende slide met de vierde naamval.
  • Kijk welk geslacht het woord heeft
  • Kijk naar de verschillende antwoordmogelijkheden!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Online oefenen 1e of 4e naamval
Oefen in de volgende slide met de eerste en vierde naamval.
  • Kijk welk geslacht het woord heeft 
  • Kijk naar de verschillende antwoordmogelijkheden!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Extra uitleg

Extra uitleg kun je vinden in Magister.me (of in je eigen lesmethode of ELO)

Slide 17 - Slide

Lesdoelen bereikt?
Deze les:
  • Heb ik (nog een keer) de regels voor de lidwoorden geleerd.
  • Heb ik de 1e en 4e naamval van de der-groep geleerd en de bijbehorende woorden.
  • Heb ik de 1e en 4e naamval van de ein-groep geleerd en de bijbehordende woorden.

Slide 18 - Slide

Ondersteuning
In onderstaande video's in het Nederlands:
  • Hoe vind ik het onderwerp in een zin
  • Hoe vind ik het lijdenvoorwerp in een zin

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Hij/Hem regel
Naast dat je door ontleden uit kunt vinden of iets het onderwerp of het lijdend voorwerp is is er ook nog een andere manier. 
Bekijk onderstaande video als je dat uit wilt vinden.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video