4mavo H10.1 Krachten (KLAAR)

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
           Leerdoelen
I - H10 Krachten


II - H13 Geluid
III - H14 Werktuigen 

Slide 3 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat is de eenheid van kracht?
A
kilogram
B
meter
C
newton
D
pascal

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke waarde geeft de krachtmeter aan?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Welke waarde geeft de krachtmeter aan?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Noteer drie soorten krachten.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

De veerconstante van een veer is
3,0 N/cm. Wat betekent dat?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

De veerconstante van een veer is
3,0 N/cm. De uitrekking is 8 cm. Bereken de veerkracht.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

m = 0,355 kg
Reken om naar gram
A
m = 355 gram
B
m = 3,55 gram
C
m = 0,000355 gram
D
m = 0,00355 gram

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

m = 35 g
Reken om naar kg.
Schrijf je antwoord netjes op.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Deze periode
Je kunt beschrijven welke gevolgen krachten kunnen hebben (elastische/plastische vervorming, richting/snelheid veranderen).

Je kunt verschillende krachten herkennen.

Je kunt kracht meten met een krachtmeter en zwaartekracht berekenen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Krachten kun je voelen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De gevolgen van een kracht kun je zien:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De gevolgen van een kracht kun je zien:

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van een kracht

Verandering van vorm

Verandering van beweging


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verandering van vorm:
.





Plastische vervorming                              Elastische vervorming

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verandering van beweging
.





Verandering van richting              Verandering van snelheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke soort vervorming
zie je hier?
A
Elastische vervorming
B
Plastische vervorming

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen elastische en plastische vervorming?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Welke gevolgen van een kracht kun je zien?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is een veer:
.




Een veer vervormt elastisch wanneer er een kracht op wordt uitgeoefend

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Veerkracht Fveer
Kracht die een veer uitoefent als hij wordt uitgerekt of ingedrukt

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Spierkracht Fspier
Kracht die wordt uitgeoefend door spieren

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht Fz
Kracht die de aarde (of ander hemellichaam) uitoefent

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

 Spankracht Fspan
De kracht die een gespannen ketting, touw of kabel uitoefent
Kan alleen een trekkracht zijn

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

 Magnetische kracht Fmag
Kracht die magneten op elkaar uitoefenen. 
De veldlijnen geven de richting van de kracht aan

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

 Elektrische kracht Fel
De kracht die geladen voorwerpen op elkaar uitoefenen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

 Normaalkracht Fn
De kracht waarmee een vlak (bijv. tafel of vloer) terugduwt tegen een voorwerp dat erop staat.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht berekenen
Zwaartekracht = massa  × valversnelling

Fzw = g
Fzw : Zwaartekracht in N
m : Massa in kg
g: Valversnelling in N/kg (10 N/kg op aarde)

In BINAS: Gewicht: FG = m ⋅ g

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Een berekening maken (blz 306)
De massa van een gewichtje is 50 gram.
Bereken de zwaartekracht op het gewichtje.
Gegevens:

Gevraagd:

Uitwerking (F):
                         (I):
                         (A):
Controle:

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

De massa van een leerling is 55 kg.
Bereken de zwaartekracht op de leerling.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
Maak van §10.1 opgave 1, 2, 3, 6, 7, 8, 9 (blz 74 - 78)

Slide 33 - Slide

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 34 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions