M4 voorbereiding SO ch1

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

voca A: exigeant

1. natuurlijk
2. veeleisen

voca A: avoir raison

1. een hekel hebben aan
2. gelijk hebben

voca A: la chambre d'hôte

1. bed and breakfast
2. hotelkamer

voca B: obtenir

1. aantrekken
2. krijgen

voca B: fatigué

1. vermoeid
2. geleefd

voca B: la verité

1. het verblijf
2. de waarheid

voca E: l'an (m)

1. het jaar
2. de reis

voca E: recommencer

1. opnieuw beginnen
2. blijven

voca E: le bac

1. de burgemeester
2. het eindexamen

grammaire: welke zin is correct?

1. nous rencontrons
2. nous rencontrez

grammaire: welke zin is correct?

1. tu finis
2. tu finit

grammaire: welke zin is correct?

1. Mes parents répond.
2. Mes parents répondent.

grammaire: welke zin is correct?

1. Il répond.
2. Il réponds.