woe. 4 juni 6.2 mannelijk, vrouwelijk en onzijdig

4 juni 6.2 mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
Mavo 1 periode 5
week 35 1e les (4 juni)

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4 juni 6.2 mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
Mavo 1 periode 5
week 35 1e les (4 juni)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom 
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
Lezen: in je eigen leesboek!
Agenda (hw. bespreken/noteren)
Startopdracht
Instructie 6.2 
~pauze~
Zelfstandig werken 6.2 
Afsluiting

timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions









Volgende les: 5 juni
start 6.3 verwijswoorden



 Huiswerk 5 juni:
* opdracht 5 en 6 van blz. 221 

19 juni: SO Formuleren 6.1 t/m 6.4 
 VOOR IN DE AGENDA: 

Slide 4 - Slide

Ik ga nog een gedicht voordragen.
Dat gaan jullie over een paar weken ook doen.
Ik heb nu het gedicht 'Vuilniszakken van Viktor Vroomkoning' gekozen. 
Ik heb het gedichtje gekozen, omdat ik het eind verrassend vond. 
Huiswerk check✓
GEEN HUISWERK VANDAAG

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Maak de puzzel op bladzijde 221. 

Je mag in tweetallen werken. 

* Je moet het de-woord invullen. 
1. schooltoneel/toneelschool 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Doel 6.2



Je leert bepalen of een zelfstandig naamwoord
mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. 
Ik kan uitleggen wat een woordgeslacht is.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kies het juiste lidwoord!

... huis
A
de
B
het

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste lidwoord!

... koptelefoon
A
de
B
het

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste lidwoord!

... blik
A
de
B
het

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

6.2 Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig 
  • Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
  • Woordgeslacht: m, v en o 
-> 'het-woorden': zijn onzijdig (o). Verkleinwoorden zijn altijd 'het-woorden'.
       het huis: huis is onzijdig
-> 'de-woorden' : zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v)  Meervouden zijn altijd 'de-woorden'.   de koptelefoon: koptelefoon is mannelijk of vrouwelijk
Wil je weten wat het geslacht van een woord is? 
Zoek het op in het woordenboek! (m, v, o) >>>


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Woordgeslachten
Hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is?
> Je kunt het woordgeslacht opzoeken in een (online)         woordenboek. 

koptelefoon is mannelijk

Het heeft meestal niets met het woord te maken! 
kop.te.le.foon (de; m; meervoud: koptelefoons
1. twee door een verende hoofdband verbonden telefoons

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden: die/deze en dit/dat 
'de-woorden' (m/v) gebruik je deze en die: 
de kano, deze kano, die kano 

'het-woorden' (o) gebruik je dit en dat: 
het cadeau, dit cadeau, dat cadeau
Ezelsbruggetje:
De (eindigt op -e) > deze/die (eindigt op -e)
Het (eindigt op -t) > dit/dat (eindigt op -t)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Inoefenen
Maak de quiz in lessonup.app 

timer
10:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voor mannelijke/vrouwelijke woorden gebruik je:
A
de
B
het

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Voor onzijdige woorden gebruik je:
A
de
B
het

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

... boek
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

... koningin
A
mannelijk/vrouwelijk
B
onzijdig

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

... katje
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het woordgeslacht?
etui (het; o; meervoud: etuis)
1. koker, foedraal, omhulsel: een etui voor schrijfgerei
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het woordgeslacht?
kop.te.le.foon (de; m; meervoud: koptelefoons
1. twee door een verende hoofdband verbonden telefoons
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Kies het goede verwijswoord!

... klasgenootje heeft gespijbeld.
A
Deze
B
Dit

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Kies het goede verwijswoord!

... leraar geeft goed les.
A
Deze
B
Dit

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Kies het goede verwijswoord!

... zwembad is leeg.
A
Deze
B
Dit

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Kies het goede verwijswoord!

... som is erg moeilijk.
A
Deze
B
Dit

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan het juiste verwijswoord kiezen.
A
Ja!
B
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet hoe ik het woordgeslacht kan vinden in het woordenboek.
A
Ja!
B
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

timer
5:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Pak je boek erbij op blz. 220. 

Maak opdracht 1 t/m 3 in je schrift. 

Klaar? Begin aan opdracht 5 en 6 
timer
15:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je weet hoe je kunt nagaan of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. 

Volgende les
6.2 herhalen 
start 6.3 verwijswoorden
timer
5:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions