Les 6: Verbanden leggen

TRAJECT LEZEN
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

TRAJECT LEZEN

Slide 1 - Slide

Les 6: Verbanden leggen
Je leert …
… signaalwoorden en verwijswoorden herkennen die verbanden aangeven in een tekst.
… verschillende soorten tekstverbanden onderscheiden (zoals oorzaak-gevolg, opsomming, vergelijking, tijdsvolgorde).
… verbanden gebruiken om de hoofdgedachte en samenhang van een tekst beter te begrijpen.

Slide 2 - Slide

IMS-structuur (zie schrijven)
Inleiding: maakt onderwerp duidelijk, schetst probleem of prikkelt.
Midden: werkt het onderwerp uit (meerdere alinea’s).
Slot: conclusie, evaluatie, samenvatting of vooruitblik.


Slide 3 - Slide

Waar begint volgens jou het middenstuk in de tekst “Naar de beurs”?

Slide 4 - Open question

Soorten alinea’s (zie schrijven)
Een tekst bestaat uit verschillende soorten alinea’s:
  • Inleidend
  • Keerpunt (met woorden als maar, echter)
  • Analytisch (kern eerst)
  • Synthetisch (kern pas op einde)
  • Voorbeeldalinea
  • Slotalinea

Slide 5 - Slide

Overgangszinnen
  • Overgangszinnen verbinden alinea’s:
  • Herhalen oude info + leiden nieuwe info in.

Voorbeeld:
“De vorige alinea behandelde de voordelen van fietsen. In dit deel staan de nadelen centraal.”

Slide 6 - Slide

Signaalwoorden
Signaalwoorden maken verbanden zichtbaar:

Voorbeeld:
  • Opsomming: ten eerste, ook, bovendien
  • Oorzaak-gevolg: omdat, doordat, waardoor
  • Conclusie: dus, daarom, kortom

Slide 7 - Slide

Verwijswoorden
Verwijswoorden zorgen voor samenhang zonder herhaling.

Voorbeeld:
“Emma en Sara fietsen naar school. Ze hebben plezier.”
→ Ze verwijst naar Emma en Sara.

Slide 8 - Slide

Tekststructuren
Elke tekst heeft een structuur. 

Voorbeelden:
  • Opsomming
  • Probleemstructuur (probleem – oorzaak – oplossing)
  • Onderzoekstructuur (vraag – methode – resultaat – conclusie)

Slide 9 - Slide

Kerngedachte
  • Elke alinea heeft één centrale boodschap: de kerngedachte.
  • Vaak te vinden in begin- of slotzin.
  • Let op herhalingen, kernwoorden en signaalwoorden (dus, samengevat …).

Voorbeeld:
“Sociale media hebben een grote invloed op jongeren → onzekerheid en stress.” → Kerngedachte: Sociale media beïnvloeden het zelfbeeld.

Slide 10 - Slide

We oefenen samen in met de tekst: 'Naar de beurs'

  • Zoek de IMS-structuur.
  • Duid een overgangszin aan.
  • Vind minstens 2 signaalwoorden en leg uit welk verband ze tonen.
  • Schrijf de kerngedachte van één alinea neer.

Slide 11 - Slide

Maak de Bookwidgets uit je cursus

Slide 12 - Slide