H1 krachten Gebruiken - 1.3 overbrengingen deel 1

H1 Krachten gebruiken - 1.3 Overbrengingen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H1 Krachten gebruiken - 1.3 Overbrengingen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

Mededeling
Toets H1 krachten gebruiken

maandag 10 oktober. 

Slide 2 - Slide

Wat: nakijken oefenblad hefbomen

Hoe: Zelfstandig en in stilte

Hulp: uitwerkingen staat in teams - hoofdstuk 1 - bestanden - uitwerkingen - oefenblad 

Tijd: 10 min

Resultaat: inzicht in beheersing hefboomwet en toepassen van hefboom wet

klaar: doorlezen §1.3 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

De hefboom...
A
kantelt links naar beneden.
B
is in evenwicht.
C
kantelt rechts naar beneden.

Slide 4 - Quiz

Bereken voor elke hefboom in de tabel hieronder of er evenwicht is. 
Wel in evenwicht
Niet in evenwicht
A
B
C

Slide 5 - Drag question

Leerdoelen §1.3
ik kan uitleggen wat een vaste katrol is en wat deze doet met spierkracht

ik kan uitleggen wat een takel is 

ik kan rekenen aan een takel 

ik kan uitleggen wat overbrenging is. 

ik kan met de hefboomwet rekenen aan overbrenging bij tandwielen. 

Slide 6 - Slide

Vaste katrol
vaste katrol brengt kracht een-op-een over. 

geleverde spierkracht is even groot als benodigde werkkracht 

Katrol veranderd de richting waarin de kracht werkt. 

Slide 7 - Slide

Takel
Takel bestaat uit vaste katrol en losse katrol

losse katrol beweegt mee met de last. 

Werkkracht is even groot als zwaartekracht 

spierkracht is afhankelijk van het aantal touwen waaraan last hangt

Slide 8 - Slide

aan hoe meer touwen de last hangt, hoe minder spierkracht je hoeft te leveren. 

Hoe minder spierkracht je nodig hebt hoe meer touw je moet binnen halen. 


Slide 9 - Slide

Hier zie je een vaste katrol. Wat doet deze vaste katrol?
A
Behoudt de werkkracht, en verandert de richting
B
Halveert de werkkracht. en verandert de richting

Slide 10 - Quiz

 Hieronder staan zinnen over katrollen en takels. Markeer de juiste antwoorden.
Goed
Fout
Hijsen met katrollen gaat gemakkelijker dan tillen.
Bij een vaste katrol verandert de richting van de kracht.
Bij een losse katrol heb je evenveel kracht nodig als bij een vaste katrol.
Een takel is een combinatie van twee of meer losse katrollen.
Bij een takel verandert de richting van de kracht en hoef je minder kracht te gebruiken.
Als je kracht spaart, moet je wel meer touw innemen.
Bij twee katrollen heb je twee keer zo weinig touw nodig.

Slide 11 - Drag question

Stel het gewicht aan het katrol is 1200 N. Hoeveel werkt er?
400 N
200 N
300 N

Slide 12 - Drag question


Mathijs hijst een kast met een massa van 62 kg met een katrol 2,5 meter omhoog. Hoe groot is zijn spierkracht en hoeveel meter touw heeft hij nodig?

Slide 13 - Open question

Aan de slag
Wat: 
Hoe:
Hulp: 
Tijd: 
Resultaat: 
klaar: 

Aan de slag: 
Wat: maken § 1.3 opdracht 25 t/m 30 en 32
 
Hoe: zelfstandig in stilte

Hulp: boek + lessonup + docent

Tijd:  20 min

Resultaat: bespreken gemaakte opgaven 

klaar: uitwerken leerdoelen, begrippenlijst maken. 

Slide 14 - Slide