examentraining

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Boet
Nora Mae	Suze
Jordi	Kevin
Noortje	Eva

Finley		Yoa
Jaimen	Tim
Farah	Jalisa

	Stan
Silvan	Noud
Robin	Marouan
Levi	Anas

        bord

Pak een laptop, vandaag kun je in lessonup 

een oefentoets maken over hoofdstuk 3

uaocl

Vandaag examentraining hoofdstuk 3

blz 94 - 95 van je boek

Vraag 1

Geldfuncties die er zijn: rekenen-, ruil- en spaarfunctie.

Hier gaat het om het vergelijken van zakgeld:

geld is hier een rekenfunctie

Antwoord A

Vraag 2

Geld: chartaal (munten en bankbiljetten)

         giraal (banktegoeden)

Hier gaat het om munten dus chartaal geld

Antwoord A

Vraag 3

Voordeel giraal geld t.o.v. chartaal geld:

- je kunt het moeilijker kwijt raken (verliezen)

- het geld staat veilig op een betaalrekening

- je ontvangt rente bij een creditsaldo

- je hebt een beter overzicht van je inkomsten en

  uitgaven

Vraag 4

Spaarmotieven:

- sparen voor een doel

- sparen uit voorzorg

- sparen voor de rente 

Vraag 5

Spaarbedrag op zijn 15e  1500 + 100 = € 1.600,-

Na 1 jaar is de rente 0,9% van 1600 = 14,40

Na 1 jaar is het saldo dan 1614,40

Na 2 jaar is de rente 0,9% van 1614,40 = 14,53

Na 2 jaar is het saldo dan 1614,40+14,53 = 1.628,93

Na 3 jaar is de rente 0,9% van 1628,93 = 14,66

Na 3 jaar is het saldo dan 1628,93+14,66 = 1.643,59 

OF € 1.600 × 1,009 × 1,009 × 1.009 = € 1.643,59 

Vraag 6

Geld lenen kost geld! 

Je betaald extra voor de rente plus 

voor administratieve kosten

Antwoord A

Vraag 7

ASN Bank roodstaan kost 11% per jaar

Rente per jaar: 300 / 100 x 11  = € 33,-

Dit is voor 25 dagen: 33 / 365 × 25 = € 2,26 

Vraag 8      Verschil rood staan en persoonlijke lening:

Rood staan:

- Niet een van tevoren afgesproken bedrag

- Geen vast termijnbedrag

- Geen vaste looptijd van terugbetaling

Persoonlijke lening:

- Een vast bedrag dat je leent 

- Vaste maandtermijn (termijnbedrag) 

- Terugbetalen in een vaste looptijd