Les 10 - Voorzetselvoorwerp

Het voorzetselvoorwerp


Grammatica zinsdelen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het voorzetselvoorwerp


Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les: 
- wat de kenmerken en functies van het voorzetselvoorwerp zijn; 
- hoe we een voorzetselvoorwerp uit de zin halen. 

Slide 2 - Slide

Bespreken huiswerk
We kijken naar het huiswerk op pagina 106 en 107. 

Slide 3 - Slide

Maar eerst...
Haal de verschillende voornaamwoorden uit de volgende zinnen: 

 Wil je een hap van mijn broodje of wil je die soep van dit café proberen?
 Hij vroeg aan hen of ze hun afval in de prullenbak wilden gooien.
Ik heb ook een dergelijke kledingstijl, maar die van mij is iets moderner dan de jouwe.

Slide 4 - Slide

Antwoorden
 Wil je een hap van mijn broodje of wil je die soep van dit café proberen?
 Hij vroeg aan hen of ze hun afval in de prullenbak wilden gooien.
Ik heb ook een dergelijke kledingstijl, maar die van mij is iets moderner dan de jouwe.

Slide 5 - Slide

Werkwoordelijk of naamwoordelijk
De Algarve is voor mij de ideale vakantiebestemming gebleken.

Het zonnetje schijnt ons heerlijk tegemoet. 

Bij thuiskomst werd hij gehuldigd door de gehele gemeenschap. 


Slide 6 - Slide

Het voorzetselvoorwerp
Sommige werkwoorden komen heel vaak voor in combinatie met een bepaald voorzetsel; ze hebben een sterke band. 

Je houdt van iemand, verlangt naar iets, twijfelt aan iets. 

Dit voorzetsel met dat wat erachter komt noemen we het voorzetselvoorwerp. 

Slide 7 - Slide

Hoe herken je het voorzetselvoorwerp?
Kijk of je in de zin een werkwoord tegenkomt waarbij een vast voorzetsel hoort. 

Je kunt het voorzetsel in het voorzetselvoorwerp niet weglaten zonder de zin van betekenis te veranderen. 

Sommige werkwoorden hebben nauwe banden met meerdere voorzetsels. 

Let op! Bij scheidbare werkwoorden is er geen sprake van een voorzetselvoorwerp!

Slide 8 - Slide

Bijvoorbeeld
Zij twijfelde erg aan haar beslissing.
Ik geloof niet in zo'n schokeffect. 
De dieven hadden het vooral gemunt op navigatiesystemen. 
Verlang jij ook zo naar de kerstvakantie?

Slide 9 - Slide

Voorbeelden?
Kun je zelf voorbeelden bedenken van werkwoorden die bijna uitsluitend voorkomen in combinatie met een bepaald voorzetsel?

Slide 10 - Slide

Aan het werk
Werk nu in alle rust aan opdracht 1  op pagina 110. 

Slide 11 - Slide