5.3 instructieles Havo 2

Hoofdstuk 5
5.3 Warmtetransport
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
5.3 Warmtetransport

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Hoe warmte zich verplaatst:
* De drie soorten warmtetransport noemen
* Voorbeelden noemen van een geleider en een isolator
* Herkennen wanneer er sprake is van stroming, straling of geleiding
*Aangeven wat infrarode straling is

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

5.3 Warmtetransport
Energie word omgezet = energieomzetting. 
Energie (in de vorm van warmte) word overgedragen van de ene naar de andere plaats = warmtetransport

Spontane* transport = warmte verplaats altijd van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur. 
* Spontaan = gaat vanzelf

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

5.3 Warmtetransport
Drie soorten warmtetransport:
1) Door stroming
2) Door straling
3) Door geleiding

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

5.3 Warmtetransport
Stroming = warmtetransport door beweging van vloeistof of gas. 
Komt door verplaatsende moleculen. 




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

5.3 Warmtetransport
Warmte straling is iets wat een object uitzendt als gevolg van de temperatuur van het object.
Twee soorten:
Zichtbaar -> Licht
Niet zichtbaar -> Infrarood straling (= warmte die je voelt) 
Hoe hoger de temperatuur van het voorwerp, hoe meer warmtestraling. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Infrarood
  • Hoe hoger de temperatuur, hoe meer straling het uitzendt.
  • Voor rood

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aantonen
een gevoelige thermometer

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Infraroodsensor
  • Gevoelig voor infraroodstraling
  • Wordt gebruikt bij winkeldeuren, nachtkijkers etc.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Straling
Het zilverfolie weerkaatst de
straling waardoor de warmte bij
de kampeerder blijft.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

5.3 Warmtetransport
Geleiding = Als warmte van de ene plaats in een vaste stof word doorgegeven aan een andere plaats. 
Eigenschappen geleiding:
  • Vindt voornamelijk plaats in vaste stoffen
  • Moleculen van de stof geven warmte door, door te trillen
  • Moleculen blijven op hun plaats. 
Geleider = Een stof dat goed geleidt. (Koper, ijzer en lood) 
Isolator = Een stof die slecht geleidt. (Rubber, glas en steen) 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Geleiding
  • Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven aan een andere plaats. 
  • Moleculen geven warmte door, door tegen elkaar te trillen. 
  • De moleculen blijven op hun plaats.

Slide 13 - Slide

Demo lucifers laten zien
Geleiding
Geleiding = Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven aan een andere plaats. 

Eigenschappen geleiding:
  • Vindt voornamelijk plaats in vaste stoffen
  • Moleculen van de stof geven warmte door, door te trillen
  • Moleculen blijven op hun plaats. 


Geleider = Een stof dat goed geleidt. (Koper, ijzer en lood) 
Isolator = Een stof die slecht geleidt. (Rubber, glas en steen) 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Warmtetransport

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

5.3 Warmtetransport
Video warmtetransport in huis 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Heel kort samengevat
Warmtetransport vindt plaats via stroming, straling of geleiding. 
Stroming is warmtetransport door beweging van vloeistof of gas. 
Bij straling is er geen tussenstof nodig. 
Geleiding is warmtetransport door een vaste stof. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions