What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
taalcompleet B1 thema 4.5
taalcompleet B1 thema 4
Woordenschat thema 4
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
taalcompleet B1 thema 4
Woordenschat thema 4
Slide 1 - Slide
What heeft jouw buur gedaan?
(schrijf 3 - 5 zinnen)
Slide 2 - Open question
Leerdoelen:
woordenschat thema 4
zinnen maken met .... te
Slide 3 - Slide
Schrijf op het bord:
Wat heb je geleerd in de vorige les?
Welke vraag heb je nog over de vorige les?
timer
3:00
De vorige les:
Slide 4 - Slide
Programma:
woordenschat thema 4
voorkennis
zinnen maken met .... te
zelfstandig werken
Slide 5 - Slide
met de volgende woorden
gebruiken we
te
beginnen
durven
proberen
weigeren
beloven
hoeven
vergeten
omgaan
besluiten
hopen
vragen
Bespreek samen: Wat is de betekenis van deze woorden?
timer
3:00
Slide 6 - Slide
maak een zin met
te + beginnen + de opdracht
Slide 7 - Open question
maak een zin met
te + vergeten + inlog
Slide 8 - Open question
maak een zin met
te + proberen + fietsen
Slide 9 - Open question
maak een zin met:
te + weigeren + examen
Slide 10 - Open question
maak een zin met:
te + hoeven + koffiezetten
[kies niet/geen]
Slide 11 - Open question
maak een zin met:
te + hopen + saldo
Slide 12 - Open question
Voorvoegsel:
on
prettig of
on
prettig
aardig of
on
aardig
mogelijk of
on
mogelijk
handig of
on
handig
gevaarlijk of
on
gevaarlijk
afhankelijk of
on
afhankelijk
geschikt of
on
geschikt
on = niet
Betekenis?
Slide 13 - Slide
Achtervoegsel: -
baar
bespreek
baar
of onbespreekbaar
vervang
baar
of onvervangbaar
bereik
baar
of onbereikbaar
lees
baar
of onleesbaar
draag
baar
of ondraagbaar
betaal
baar
of onbetaalbaar
verstaan
baar
of onverstaanbaar
baar = kan het?
Betekenis?
Slide 14 - Slide
...-
achtig
melkachtig
bergachtig
kinderachtig
jongensachtig of meisjesachtig
kinderachtig
achtig = ongeveer als
Betekenis?
Slide 15 - Slide
...-
loos
of ....-
loze
werkloos
slapeloos of slapeloze
hopeloos of hopeloze
hulpeloos
zorgeloos
loos = zonder/ weinig
Betekenis?
Slide 16 - Slide
Zelfstandig werken
Welke vragen heb je nog?
Welke onderdelen wil je met de docent bespreken?
4.5 juiste zinnen puzzelen
Slide 17 - Slide
More lessons like this
LES FORMAT - Nederlands (waar je wel in komt)
11 days ago
-
19 slides
Burgerschap
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 1
September 2025
-
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
-
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
3. Via vervolg - thema 1.2 sport - belangrijke woorden deel 2
September 2025
-
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
2TL periode 3 les 11
July 2025
-
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 4 wonen Hoofdstuk 1 woordenschat
September 2024
-
21 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 2 Hoofdstuk 1
September 2024
-
5 slides
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2024
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3