Maandag 16 juni

Maandag 16 juni

Welkom!
Startklaar?

Lezen? Ja, een zakelijke tekst. 
De leerlingen kunnen meningen, feiten en argumenten uit een tekst halen. 

De leerlingen kunnen de hoofdzaken uit een tekst halen. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maandag 16 juni

Welkom!
Startklaar?

Lezen? Ja, een zakelijke tekst. 
De leerlingen kunnen meningen, feiten en argumenten uit een tekst halen. 

De leerlingen kunnen de hoofdzaken uit een tekst halen. 

Slide 1 - Slide

Huiswerk: opdr. 7 en 8 blz. 31

Eerst opdr. 7

Kunnen jullie een zin maken met een van de woorden?

Dan opdr. 8 
De leerlingen kunnen meningen, feiten en argumenten uit een tekst halen.


De leerlingen kunnen de hoofdzaken uit een tekst halen. 

Slide 2 - Slide

Verder met par. 5 blz. 33

Hoofd- en bijzaken

Waar staan de hoofdzaken van een tekst meestal?


De leerlingen kunnen meningen, feiten en argumenten uit een tekst halen.


De leerlingen kunnen de hoofdzaken uit een tekst halen. 

Slide 3 - Slide

Namen: zijn jullie vernoemd?

Hoeveel kinderen zijn er in 2024 geboren met jouw naam? 

Zoek maar eens op: 
https://www.svb.nl/nl/kindernamen/
De leerlingen kunnen meningen, feiten en argumenten uit een tekst halen.


De leerlingen kunnen de hoofdzaken uit een tekst halen. 

Slide 4 - Slide

Nu lezen, blz. 34. 


Moeilijke woorden


Maak er een zin mee! 
De leerlingen kunnen meningen, feiten en argumenten uit een tekst halen.


De leerlingen kunnen de hoofdzaken uit een tekst halen. 

Slide 5 - Slide

Hoeveel voornamen komen er jaarlijks bij in Nederland?
A
20.000 per jaar.
B
10.000 per jaar.
C
7000 per jaar.
D
180.000 per jaar.

Slide 6 - Quiz

Wat is de tijdgeest in de tekst?
A
Een specifieke historische periode
B
Veranderingen in naamgeving

Slide 7 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een 'creatieve uitspatting'?
A
Zjay-driënne
B
Maria

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van 'minimaliseren'?
A
Het risico op naamgenoten verkleinen
B
Het aantal kinderen verhogen

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorwaarde voor Marokkaanse namen?
A
Ze moeten moeilijk te spellen zijn.
B
Ze moeten Arabisch-islamitisch zijn.
C
Ze moeten uniek zijn.
D
Ze moeten traditioneel zijn.

Slide 10 - Quiz

Welke naam werd afgekeurd in de jaren zestig?
A
Adam.
B
Noah.
C
Jessica.
D
Amira.

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurde er in 1970 met de naamwet?
A
De wet werd strenger.
B
De wet werd liberaler.
C
De wet werd geheel afgeschaft.
D
Er kwamen meer beperkingen.

Slide 12 - Quiz

Wat is een reden om een unieke naam te kiezen?
A
Om het risico op naamgenoten te minimaliseren.
B
Omdat het moeilijk is om te spellen.
C
Omdat het goedkoper is.
D
Omdat het modieus is.

Slide 13 - Quiz