Presente perfecto

Lesdoel: 


De presente perfecto kunnen vormen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lesdoel: 


De presente perfecto kunnen vormen.

Slide 1 - Slide

El presente perfecto
De voltooid tegenwoordige tijd:

Ik heb gegeten
Wij hebben gedanst
Jij bent geweest

Slide 2 - Slide

Hoe vormen we deze tijd?
YO
HE
HAS
ÉL/ELLA/USTED
HA
NOSOTROS
HEMOS
VOSOTROS
HABÉIS
ELLOS/ELLAS
HAN
Hulp ww. HABER
-AR: ado
-ER: ido
-IR: ido

Slide 3 - Slide

Voorbeelden
Ik heb gegeten: he comido
Wij hebben gegeten: hemos comido
Jullie hebben gegeten: habéis comido

Ik heb niet gegeten: NO he comido
Dus NIET: he NO comido

Slide 4 - Slide

Onregelmatige ww p.10 TB
(ZEGGEN)              DECIR:      DICHO     
(KAPOTMAKEN) ROMPER: ROTO
(DOEN/MAKEN)  HACER:     HECHO
(OPENEN)              ABRIR:     ABIERTO
(TERUGKEREN)   VOLVER:  VUELTO
(SCHRIJVEN)       ESCRIBIR: ESCRITO
(ZIEN)                      VER:         VISTO           
(PLAATSEN)          PONER:    PUESTO

Slide 5 - Slide

Haber is een hulp ww
Dit kan_____betekenen.
A
willen/kunnen
B
hebben/kunnen
C
zijn/willen
D
hebben/zijn

Slide 6 - Quiz

Hablar (yo)
A
has hablado
B
he hablido
C
he hablado
D
ha hablado

Slide 7 - Quiz

vivir (tú)
A
ha vivido
B
has vivido
C
he vivido
D
has vivado

Slide 8 - Quiz

yo escuchar

Slide 9 - Open question

Tú escribir (onregelmatig)

Slide 10 - Open question

ellos romper (onregelmatig)

Slide 11 - Open question

Cantar (yo)

Slide 12 - Open question

Tú y yo (beber)____una coca cola.

Slide 13 - Open question

Mari y Ana (ver)____la película Jungle Cruise.

Slide 14 - Open question

¿Preguntas?

Slide 15 - Slide