Taalfouten

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe zou jij dit formuleren?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welk woord wordt hier bedoeld?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wil je hier winkelen?
A
Ja!
B
Nee, hoezo?

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat zou jij op dit bord zetten?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Waar zit de fout?
A
bij 3
B
bij 4
C
bij 5
D
geen fout

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Pleonasme
Een pleonasme is een uitdrukking waarin het ene woord iets benoemt wat ook al in het andere woord besloten ligt.  Bijvoorbeeld: oude bejaarde, nat water, witte sneeuw en een ronde bal.

Slide 17 - Slide

Tautologie
Een tautologie bestaat uit twee of meer woorden die hetzelfde betekenen. Bijvoorbeeld: daarnaast ... ook en altijd en eeuwig.  Bij een tautologie wordt een begrip dus twee keer genoemd: enkel en alleen, gratis en voor niets, open en bloot

Slide 18 - Slide

Contaminatie
Een contaminatie is een verhaspeling van twee begrippen. Bijvoorbeeld: het kost duur. Dit is een vermenging van het kost veel en het is duur. Een contaminatie kan ook een vermenging van twee woorden zijn waardoor je een nieuw woord krijgt dat niet klopt, bijvoorbeeld opnieuw
of mond-op-mondreclame.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Dit is een
A
pleonasme
B
contaminatie
C
spelfout
D
tautologie

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

dit is..
A
onhygiënisch
B
moord
C
niet handig, kleuters kunnen niet lezen.
D
goed

Slide 23 - Quiz

Dat was 'm

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide