This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Soorten ruil:
Directe ruil
Indirecte ruil
Slide 1 - Slide
wettig betaalmiddel
Slide 2 - Mind map
behoeften
basisbehoeften
overige behoeften
Slide 3 - Slide
Goederen en diensten
Goederen zijn tastbaar (kun je beetpakken), diensten niet
Slide 4 - Slide
consumeren
Slide 5 - Mind map
Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?
A
een laptop kopen
B
in de moestuin werken
C
cupcakes zelf bakken
D
huiswerk maken
Slide 6 - Quiz
Welk van onderstaande bedragen is goed geschreven?
A
€ 7.50
B
€ 3.200,-
C
€ 3,8
D
€ 112334
Slide 7 - Quiz
Je koopt 2 flessen sinas voor €1,89 per fles en een fles cassis voor €1,65, wat is de gemiddelde prijs per fles?
Slide 8 - Open question
budget
* geld waarover je kunt beschikken
* iemand die veel meer geld heeft dan een ander heeft vaak ook een groter budget (meer te besteden)
Slide 9 - Slide
Sociale- en commerciële beinvloeding
* sociale beinvloeding: invloed door familie en vrienden op wat je koopt
* commerciele beinvloeding: winkels/bedrijven beinvloeden je door reclame te maken of artikelen aan te prijzen, zodat ze het product aan je kunnen verkopen
Slide 10 - Slide
Je krijgt over € 225,- 3% rente, hoeveel is dit per jaar?
A
€ 7,50
B
€ 4,00
C
€ 3,00
D
€ 6,75
Slide 11 - Quiz
deugdelijk product
Slide 12 - Mind map
Vergelijkend warenonderzoek
* vergelijken van verschillende producten door bijvoorbeeld de consumentenbond
*Dit kan zijn op prijs, kwaliteit en milieu
Slide 13 - Slide
garantie
* een product kan je na een bepaalde tijd terugbrengen als er iets mis is met het product