2V 8/3/22

Bonjour à tous!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- kan ik het wederkerende voornaamwoord herkennen in een zin.
-kan ik het wederkerend werkwoord in de présent gebruiken.
- kan ik het wederkerend werkwoord in de passé composé gebruiken.

Slide 3 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Grammaire II
- Grammaire II Extra

Slide 4 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 3 minutes.
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Geen vragen.
• Uitkomst: Bespreken met je groepje.
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: 1. Vervoeg de volgende wederkerende werkwoorden zowel in de présent als passé composé:
            - s'amuser
            - s'habiller
            - se moquer de
            - se concentrer

timer
3:00

Slide 5 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 3 minutes.
Hoe: Werken in groepjes van 3.
• Hulp: Vraag je groepje eerst om hulp, vervolgens de docente.
• Uitkomst: Uitwisselen met de rest van de klas
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: Deel je antwoorden met je groepje. 
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Denken - Delen- Uitwisselen
• Tijd: Vous avez 3 minutes.
Hoe: -
• Hulp: -
• Uitkomst: We bespreken gezamenlijk de antwoorden.
• Eerder klaar?  Il faut attendre.
• Wat: Scan de QR-code. 

timer
3:00

Slide 7 - Slide

Les verbes pronominaux
Net als in het Nederlands heeft het Frans ook wederkerende werkwoorden 

                  Ik was me                                           Je me lave                  

Slide 8 - Slide

Het wederkerend werkwoord
je
me
lave
ik was me
tu
te
laves
jij wast je
il/elle/on
se
lave
hij/zij wast zich
nous
nous
lavons
wij wassen ons
vous
vous
lavez
jullie wassen jullie / u wast zich
ils/elles
se
lavent
zij wassen zich

Slide 9 - Slide

Wederkerende werkwoorden ( passé composé)
-  passé composé bestaat altijd uit : een hulpwerkwoord + volt.dw
- hulpwerkwoord is altijd: être
 - Het wederkerend voornaamwoord wordt vóór het hulpwerkwoord geplaatst.

Je me suis réveillé(e) à 7h.30.

Slide 10 - Slide

Les verbes pronominaux
1. se tromper
2. se presenter 
3. se doucher 
4. se bruler
5. se lever

Slide 11 - Slide

Grammaire II
• Tijd: Vous avez 4 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                         de apprendres als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Continuez avec l'exercice 16 F (page 48)
• Wat: Faire l' exercice 16 D à la page 26

Slide 12 - Slide

Grammaire II Extra
• Tijd: Vous avez 4 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                         de apprendres als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Continuez avec l'exercice 16 G
• Wat: Faire l' exercice 16 F à la page 48

Slide 13 - Slide

Grammaire II Extra
• Tijd: Vous avez 5 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                         de apprendres als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Continuez avec l'exercice 16 H
• Wat: Faire l' exercice 16 G à la page 48

Slide 14 - Slide

Grammaire II Extra
• Tijd: Vous avez 5 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                         de apprendres als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Continuez avec l'exercice 16 I
• Wat: Faire l' exercice 16 H à la page 48

Slide 15 - Slide

Vooruitblik
Wat gaan we in de volgende les doen?
- Parler


Slide 16 - Slide

Les devoirs
Afmaken: 
Leren: apprendre 6 + 7

Slide 17 - Slide