Verhoudingen

Verhoudingen
Herhaling, uitleg en een paar opgaves oefenen. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Verhoudingen
Herhaling, uitleg en een paar opgaves oefenen. 

Slide 1 - Slide

Doel van de les
- Je leert verhoudingen herkennen.
- Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.
- Je leert rekenen met verhoudingen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Verhoudingen
Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden. 
Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken.

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?

                                                                

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

6 appels kosten in
de winkel € 2,10

Hoeveel kosten 3 appels?

Slide 8 - Slide

De verhouding 5 : 15 hoort bij...
A
1:2
B
1:3
C
1:4
D
1:5

Slide 9 - Quiz

De kaas kost € 2,30 per 100gram.
Indy koopt 300 gram. Hoeveel moet ze betalen?
A
€ 4,60
B
€ 6,90
C
€ 1,10
D
€ 6,60

Slide 10 - Quiz

De verhouding 4 : 8 hoort bij...
A
1:3
B
1:5
C
1:2
D
1:6

Slide 11 - Quiz

En deze?
4:6
A
8:10
B
12:18
C
2:3
D
6:2

Slide 12 - Quiz

Wat is de verhouding van 3:6?
A
1:2
B
5:9
C
2:3
D
4:6

Slide 13 - Quiz

Als de verhouding van appels tot sinaasappels 2:3 is, hoeveel sinaasappels zijn er als er 10 appels zijn?
A
15
B
20
C
7
D
5

Slide 14 - Quiz

Bedankt! 
Werk nu verder aan je onderdeel naar keuze. Ik ben er om je uitdagingen verder te helpen. 

Slide 15 - Slide