3H/V - les na appr. 3 - deel 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Lesdoel:

- Je kunt het werkwoord écrire vervoegen in de gevraagde tijden

- Je kunt een gebiedende wijs maken in het Frans

- Je leert hoe je een lijdend voorwerp moet gebruiken in het Frans

Vervoeg op de juiste manier

écrire =

1. schrijven
2. leren
3. lezen
4. luisteren

zij heeft geschreven =

1. elle écrira
2. elle écrit
3. elle a écrit
4. elle va écrire

ik schreef =

1. j'écris
2. j'écrirai
3. j'écrit
4. j'écrivais

vous écrivez =

1. jullie zullen schrijven
2. jullie schrijven
3. jullie gaan schrijven
4. jullie schreven

ils écriront

1. présent
2. passé composé
3. imparfait
4. futur simple

Welke drie vormen hebben we bij de impératif ?

1. tu, nous, vous
2. je, nous, ils
3. elle, ils, vous
4. je, vous, tu

Geef antwoord, Tom en Lisa!

1. Répondez!
2. Répondons!
3. Réponde!
4. Répondent!

Werk, Lilly!

1. Travailles!
2. Travaillez!
3. Travaille!
4. Travaillons!

Wat is in het Nederlands een COD?

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. persoonsvorm

Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zin?
Le chat chasse la souris.
(De kat jaagt op de muis)

1. chat
2. chasse
3. la souris
4. le

In welke zin is het lijdend voorwerp goed vervangen?
Le chat chasse la souris.

1. Le chat lui chasse.
2. Le chat la chasse.
3. Le chat chasse la.
4. Le chat chasse lui.

COD

Plaats is vóór de persoonsvorm!

Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zin?
Nous voulons voir Jean.

1. nous
2. voulons
3. voir
4. Jean

In welke zin is het lijdend voorwerp goed vervangen?
Nous voulons voir Jean.

1. Nous voulons le voir.
2. Nous le voulons voir.
3. Nous voulons voir lui.
4. Nous lui voulons voir.

COD

Plaats is vóór de persoonsvorm!

Behalve als er een heel ww in de zin staat

In welke zin is het lijdend voorwerp goed vervangen?
Il mange la pizza.

1. Il mange la.
2. Il la mange la pizza.
3. Il la mange.

In welke zin is het lijdend voorwerp goed vervangen?
Tu veux regarder ce film français ?

1. Tu veux regarder le ?
2. Tu veux le regarder ?
3. Tu le veux regarder ?
4. Tu veux le regarder le film français ?