Klokkijken analoog deel 2 (speciaal voor NT2 leerlingen)

• Rekenen
• Speciaal Onderwijs
• Basisschool
• Groep 5,6

Klokkijken 

Klokkijken met de analoge klok

Maak de opdracht in je unitboekje

1 uur heeft 60 ____

1 minuut heeft 60 ____

1 dag heeft 24 _____

Kijk na: 

1 uur heeft 60  minuten

1 minuut heeft 60 seconden

1 dag heeft 24 uren

nieuwe woorden

nieuwe woorden

• De grote wijzer wijst de minuten aan.
• De kleine wijzer wijst de uren aan.
• Bij het hele uur staat de grote wijzer op de 12
• Bij het halve uur staat de grote wijzer op de 6.
• Als het kwart over is, staat de grote wijzer op de 3.
• Als het kwart voor is, dan staat de grote wijzer op de 9
• Digitaal klokkijken is met cijfers.

Nog meer woorden

• 1 uur = 60 minuten
  
• half uur = 30 minuten
  
• kwartier = 15 minuten (kwart voor en kwart over)
  
• 1 minuut = 60 seconden (tellen)
  
• 1 dag = 24 uren

even oefenen

15 minuten is een

1. uur
2. kwartier
3. half uur
4. dag

24 uur is

1. een half uur
2. een dag
3. een minuut
4. een grote wijzer

een klok heeft 2....

1. aanwijzers
2. seconden
3. wijzers
4. kleine wijzers

Hoe laat is het?  --> naar klok

Op welke klok is het kwart over 1?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe laat is het?

1. 9 uur
2. kwart voor 12
3. kwart voor 11
4. kwart over 12

Hoe laat is het hier?

1. 10 voor 10
2. 5 over 10
3. 5 voor 10
4. 10 over 10

Hoe laat is het hier?

1. 11 uur
2. 5 over 11
3. 5 voor 11
4. 5 voor 12

Hoe laat is het hier?

1. 10 voor 9
2. 10 over 9
3. kwart voor 10
4. kwart over 10

Hoe laat is het hier?

1. 10 over half 6
2. 10 over half 5
3. 10 voor half 5
4. 10 voor half 6

Hoe laat is het hier?

1. 10 voor half 3
2. 10 over half 3
3. 5 over half 3
4. kwart voor 3

Oefenenen

• Nu ga je oefenen in je unitboekje
• Je oefent met de analoge klok. 
• Succes!