What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Deze les
- Terugblik
- Lesdoel
- Uitleg
- Samen oefenen
- Zelf oefenen
- Reflectie
Slide 2 - Slide
Is hier sprake van een inversie en is die juist? Leg je antwoord uit.
De leerlingen luisterden aandachtig maar werd er toch nog veel gekletst achterin.
Slide 3 - Open question
Benoem de zinsdelen:
Mijn zus, een talentvolle pianiste, speelt elke avond prachtige melodieën in de woonkamer.
Slide 4 - Open question
Benoem de woordsoorten:
Mijn zus, een talentvolle pianiste, speelt elke avond prachtige melodieën in de woonkamer.
Slide 5 - Open question
Vul de juiste leestekens in:
Op de markt kocht Anna's moeder groenten: tomaten, wortels en sla; maar ze zei: "Ik heb nog geen kruiden.
Slide 6 - Open question
Vul de juiste leestekens in:
Laras favoriete dessert is een creme brulee vooral met een beetje citroenrasp erbovenop.
Slide 7 - Open question
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je (gelijkluidende) werkwoordsvormen op de juiste manier spellen.
Aan het einde van deze les kun je Engelse werkwoorden op de juiste manier vervoegen.
Slide 8 - Slide
Wat is het verschil tussen "wachten" en "wachtten"?
Slide 9 - Open question
Het is in het verleden (gebeuren), maar het (gebeuren) ook zeker nu nog.
Slide 10 - Open question
Hoe kan het dat gebeuren dat "gebeuren" in de vorige zin op twee manieren gespeld wordt.
Slide 11 - Open question
Toen wij gingen (rusten), (rusten) ze allemaal mee.
Slide 12 - Open question
Homofone werkwoordsvormen
Werkwoordsvormen kunnen hetzelfde klinken, maar wel verschillend gespeld worden (denk aan word vs wordt).
Let dus goed op het schema van werkwoordspelling, om te bepalen welke vorm je nodig hebt.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Hij heeft mij (vertellen) wat hij gaat doen.
Slide 15 - Open question
Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoegen we net zoals we dat in het Nederlands doen.
ik relax -> hij relaxt -> wij relaxen -> wij hebben gerelaxt.
Slide 16 - Slide
Lastige vormen
Engelse woorden hebben de neiging om te eindigen op een "e", dan vervoegen we ook op de Nederlandse manier.
Ik snooze -> hij snoozet -> wij hebben gesnoozed.
ik race -> hij racet -> wij hebben geracet.
ik bingo -> hij bingoot -> wij hebben gebingood
Slide 17 - Slide
Ik (downloaden) de nieuwe serie.
Slide 18 - Open question
Ik heb mijn marathon gisteren (timen).
Slide 19 - Open question
Ik heb de laatste mails van dit jaar (deleten).
Slide 20 - Open question
Wat ga je doen?
- Maken opdracht 1, 2, 4 en 6 op bladzijde 161-165
10 minuten in stilte
timer
10:00
Slide 21 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je gelijkluidende werkwoordsvormen op de juiste manier spellen.
Aan het einde van deze les kun je Engelse werkwoorden op de juiste manier vervoegen.
Slide 22 - Slide
Ik heb de dozen per kleur (labelen).
Slide 23 - Open question
Wij (wachten) gisteren uren op de trein.
Slide 24 - Open question
More lessons like this
Werkwoordspelling
September 2024
- Lesson with
21 slides
Werkwoordspelling
July 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HIN - 3HA Homofone werkwoordsvormen
September 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Werkwoordspelling
November 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
P4 Spelling (Engelse) werkwoorden
April 2025
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Werkwoord 'zijn'
May 2023
- Lesson with
13 slides
NT2
Secundair onderwijs
havo 2 H2 Spelling Engelse werkwoorden
September 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Werkwoord 'hebben'
May 2023
- Lesson with
15 slides
NT2
Secundair onderwijs